Young Legionnaire – Zero Worship

Waardering

7

Young Legionnaire, een Brits noiserock-trio met (ex-)leden van grote indiebands als Bloc Party en The Automatic, heeft een groots doel voor ogen met hun plaat Zero Worship. Zoals in een essay van bassist Gordon Moakes op muzieksite Cuepoint te lezen is, wil de band de wereld van nu proberen te vangen in muziek. Erg optimistisch is het wereldbeeld dat ze schetsen niet, want Young Legionnaire’s nieuwe album zit vol zware riffs en teksten die naar de apocalyps verwijzen. Weet de band indruk te maken of stort Zero Worship in onder het eigen gewicht?

Zero Worship zou zo de soundtrack van een grimmige science fiction-film kunnen zijn. De muziek is zwaar en industrieel, en zit vol spanning. De desoriënterende ritmes van de drummer gaan samen met het constante gedreun van de basgitaar en creëren een wringende sfeer. Drummer Dean Pearson, ook bekend van La Roux, en bassist Gordon Moakes zijn een prima ritmesectie. Ze spelen strak, zwaar en meedogenloos en leggen daarmee een goede basis voor het geheel. Een onverwachte toevoeging zijn de vocalen van Paul Mullen, die het instrumentale geweld uit weten te balanceren met wat melodie. Bij vlagen doet zijn stem denken aan die van Placebo-frontman Brian Molko, met een ietwat nasale en monotone klank die niet bij iedereen geliefd zal zijn. Ook op Mullen’s gitaarwerk valt het een en ander af te dingen: zo nu en dan is er een scherp gitaarriffje te horen op het album, maar nergens maakt hij zoveel indruk als zijn bandgenoten.

De momenten dat Zero Worship het beste uit de verf komt, zijn de momenten dat de band een duidelijke richting op gaat. Op het bikkelharde Heart Attack vindt de band de perfecte balans tussen dissonantie en melodie. Het nummer stampt haperend door terwijl zanger Mullen gewoon zijn melodieën zingt alsof er niets aan de hand is. Het mooie Balaclava is juist een tegenpool van die georganiseerde chaos. Het is grootse indierock met een jaren ’80-tintje, vol met zoete meerstemmigheid en melodieus gitaarwerk. Beide sounds passen Young Legionnaire prima, maar de rest van het album zweeft een beetje tussen deze twee stijlen in. De plaat heeft dan ook een aantal frustrerend veilige nummers, waarop de rockers zelfs nog iets weg hebben van een mindere versie van Placebo of Editors. Hoewel de muziek nergens echt slecht wordt, is het voor de band wel moeilijk de kwaliteit van de hoogtepunten vast te houden.

Zero Worship slaagt er wel in een gespannen sfeer te creëren die zelfs tijdens de middelmatigere nummers doorgezet wordt. De noiserock is duister en luidruchtig, maar door Mullen’s zangmelodieën toch vrij makkelijk te behappen. Op de momenten dát Young Legionnaire los gaat ontstaat er een indrukwekkende muur van geluid. Als die er niet is klinkt het eigenlijk vooral als een doorsnee alternatief bandje. Zero Worship heeft grootse bedoelingen en ideeën, maar weet ze helaas niet de hele tijd met succes over te brengen.