In Memoriam: D’Angelo (1974-2025)

De Amerikaanse r&b-zanger D’Angelo is op 51-jarige leeftijd overleden aan de gevolgen van alvleesklierkanker, zo is vandaag bekendgemaakt. Hij laat een kleine maar invloedrijke erfenis achter: drie albums die de moderne soulmuziek blijvend hebben vormgegeven.

Michael Eugene Archer, zoals hij in 1974 werd geboren in Richmond, Virginia, groeide op met gospel en funk. Zijn debuut Brown Sugar (1995) bracht de warmte en diepgang van de jaren zeventig terug in een tijdperk dat werd gedomineerd door hiphop en de opkomst van elektronische muziek. De plaat klonk analoog, menselijk en vol gevoel. In Nederland werd D’Angelo al snel omarmd door muziekliefhebbers die soul zagen als iets levends, niet iets nostalgisch. Zijn songs als Lady en Brown Sugar draaiden op Radio 6 (sinds 2016 NPO Soul & Jazz) en later Sublime, en hij gold als een zanger die r&b weer inhoud gaf.

Met Voodoo (2000) bereikte hij het hoogtepunt in zijn carrière. Het album was een mozaïek van losse grooves, ongrijpbare ritmes en een stem die tegelijk kalm en intens klonk. Untitled (How Does It Feel) werd het bekendste nummer van die lp. Maar D’Angelo was zeker geen hit-artiest. Geen van zijn tracks belandde in de Top 40. Zijn drie albums deden het op dat vlak vele malen beter en wie goed naar die drie luistert, hoort tot op de dag van vandaag een artiest die de grenzen van zijn genre wilde verleggen. Dat D’Angelo vijftien jaar deed om een vervolg – en naar nu blijkt zijn laatste album – te maken met Black Messiah tekende zijn perfectionisme én zijn kwetsbaarheid.

Black Messiah kwam voor velen onverwachts uit in een tijd van protest en maatschappelijke spanning in de VS. De plaat sloot aan bij de Black Lives Matter-beweging die medio 2013 ontstond als reactie op het toenemend politiegeweld tegen de Afro-Amerikaanse gemeenschap, maar was evenzeer een persoonlijke heropleving. Ook in Nederland werd de release gezien als een comeback van formaat. Zijn optreden op North Sea Jazz na het verschijnen van Black Messiah werd een triomf: strak, geïnspireerd en met dezelfde magnetische intensiteit als vijftien jaar eerder. Dát optreden in 2000 wordt door vele muziekliefhebbers als één van de beste live performances op North Sea Jazz ooit beschouwd.

Wie D’Angelo live heeft mogen meemaken, herinnert zich waarschijnlijk geen showman, maar een muzikant die zijn muziek bijna lichamelijk beleefde. In zo goed als elke zaal waar hij optrad wist hij stilte af te dwingen — zeldzaam voor een r&b-artiest. Zijn muziek had niets gladjes en was zelfs traag te noemen, ademend en met de nodige rafelranden. Hij maakte de luisteraar, zowel live als op plaat, deelgenoot van zijn worstelingen in progress in plaats van toeschouwer van zijn succes. Het maakte hem daardoor ook een moeilijk artiest om fan van te zijn. De optredens waren schaars, de releases zeldzaam en interviews spaarzaam. Zijn werk liet zien dat soulmuziek niet hoeft te kiezen tussen verleden en toekomst — ze kan beide tegelijk zijn.

D’Angelo’s carrière kende lange stiltes, maar nooit leegtes. Elke plaat, elk nummer werd zorgvuldig uitgeademd en aan de wereld toevertrouwd. Waar sommige artiesten hun sporen nalaten in aantallen, deed hij dat in intensiteit. Met zijn overlijden verliest de muziekwereld een stem die soul opnieuw definieerde — niet door volume of virtuositeit, maar door eerlijkheid; menselijkheid in klankvorm. Drie albums, talloze invloeden, één erfenis: D’Angelo maakte muziek die blijft. Niet als nostalgie, maar als standaard.

D’Angelo laat twee dochters en een zoon achter.