Toen de Amerikaanse indieband American Football in 1999 hun zelfgetitelde debuutalbum uitbracht, had dat niet bijster veel impact. Het werd door wat college-radiostations gedraaid en werd lauwtjes ontvangen. Toen de bandleden in verschillende steden gingen wonen stierf de band een stille dood. In de jaren daarna verkreeg het album een cultstatus, en werd de band gezien als een van de invloedrijkste binnen het emo-genre. Nu, meer dan 16 jaar later, is de zogenaamde ‘emo-revival’ in volle gang en komt American Football terug met een tweede album met dezelfde titel. Kunnen ze daarmee uit de schaduw stappen van hun, in sommige kringen, legendarische eerste plaat?
Het feit dat de plaat dezelfde naam draagt als zijn voorganger is veelzeggend. Er wordt niet getart aan de formule die op het origineel voor zoveel mensen goed werkte. De muziek was altijd al vrij technisch: de gitaristen tokkelen zich een weg door ingewikkelde en lange composities. De drums blijven beheerst en precies, soms zelfs een beetje jazzy. Wel opvallend qua sound: zanger-gitarist Mike Kinsella klinkt een stuk volwassener – een logische verandering na anderhalf decennium. Op het debuutalbum kwam hij duidelijk net uit zijn tienerjaren. Zijn stem was nog amper volgroeid, zijn teksten simplistisch en vol jeugddrama. Tegenwoordig klinkt hij rustig en volwassen, iets dat het album zeker goed doet.
Niet alleen is Kinsella’s stem volwassen geworden, zijn teksten zijn dat ook, ten opzichte van het debuut zijn de lyrics poëtischer en beeldender. Vergeleken met eerder werk boet het niets in aan hartverscheurende eerlijkheid, maar er wordt nu sierlijker mee omgegaan. De prachtige albumopener Where Are We Now? dient als voorbeeld. ‘We’ve been here before/But I don’t remember a lock on the door/Is it keeping me out or you in?’, zingt Kinsella ingetogen in het refrein. De prettige gitaren zorgen ervoor dat de luisteraar, ondanks het verdriet van de teksten, wegzakt in een warm bad van geluid. Waar het album uit 1999 soms ietwat rauw, schel en koud gemixt was, klinkt American Football’s liefdesverdriet in 2016 vooral heel fijn.
De grootste vooruitgang zit hem uiteindelijk in de manier waarop de nummers geschreven zijn. Eerder leek American Football niet goed te weten waar ze naartoe wilde met haar melodieën. Af en toe leken de nummers willekeurig van de hak op de tak te springen, zonder een logische richting. De band lijkt met de nieuwe nummers juist precies te weten wat ze willen bereiken en hoe ze dat gaan doen. Nummers als I’ve Been Lost For So Long komen dan wel boven de 4 minuten uit, maar geven nergens de indruk uitgerekt te zijn. American Football levert, meer dan ooit, mooi afgeronde en complete nummers.
Uiteindelijk is American Football’s nieuwe album een mooie evolutie uit hun vorige werk. Als artiesten na zestien jaar een comeback maken kan dat gruwelijk mis gaan, maar American Football ontsnapt daar met gemak aan. De band experimenteert weinig, kiest er juist voor om hun oude geluid nieuw leven in te blazen. Op American Football wordt het wiel absoluut niet opnieuw uitgevonden, maar wel een stuk gladder geslepen. Dat maakt het een prachtige aanvulling voor fans, maar ook een goed opstappunt voor nieuwe luisteraars.