Dool is sinds 2016 overal te zien en te horen geweest. Op gratis festivals als Baroeg Open Air, maar ook op een gigantisch en vanuit de hele wereld bezocht festival als Roadburn. Om nog maar te zwijgen van de optredens over de grens. Dit succes werd gegenereerd door de fantastische plaat Her Now, There Then. Deze band heeft sindsdien niet stil gezeten, want in 2019 kwamen ze met de EP Love Like Blood met de gelijknamige Killing Joke-cover. Ook in 2020 laat deze groep van zich horen en komt het met opvolger Summerland.
Ryanne van Dorst is een spraakmakend figuur, maar laten we het ditmaal eens niet hebben over haar geslacht(en), tv-carrière of haar (ex-) alter-ego Elle Bandita. Dat zijn namelijk allemaal dingen die bijdragen aan haar ‘love her or hate her’-positie. In deze tijd van coronawaanzin is het wijzer om de nadruk te leggen op het positieve en dan zijn we bij Van Dorst ook aan het goede adres. Zo heeft de bovengenoemde duizendpoot een knaller van een plaat afgeleverd.
Hoewel de titel van de plaat een zomerse sfeer suggereert, is het alles behalve zomers wat de klok slaat. Met Summerland wordt namelijk gerefereerd aan het hiernamaals, zoals beschreven in heidense culturen. De tracks op deze schijf hebben, in tegenstelling tot de nummers op het debuutalbum, een repeterend en langdradig karakter. Er wordt flink de tijd genomen om de songstructuren te laten ontpoppen tot een schitterende climax. De zang van Ryanne klinkt afwisselend en soms zeer mannelijk, en op andere momenten weer lieflijk en vrouwelijk.
Sulphur And Starlight is een schitterende opener die enigszins dreigend begint. Wanneer de zang wordt ingezet klinkt deze track plotseling mooi en hoopgevend. Deze schizofrene aanpak blijft eigenlijk de gehele plaat intact en dat maakt deze schijf ontzettend lekker en fris. Zo start God Particle met een opzwepend Arabisch gitaarloopje voor het overgaat in een gitaarriff die zowel hypnotiserend als dissonant is. Dit stuk wordt versterkt door een lekker vuige, ronkende bastoon.
Met al het moois dat deze schijf te bieden heeft, is het een absolute aanrader om te luisteren met een koptelefoon op. Dit is, in tegenstelling tot zijn voorganger, namelijk een plaat om de aandacht bij te houden en steeds iets nieuws te ontdekken. Er is ruimte voor stevige rock, maar er zijn ook veel kippenvelmomenten. Zoals de titeltrack die lekker log en doomy klinkt. Dit nummer lijkt qua intro op Missing Pieces van Boris (Japan) totdat Ryanne er engelachtig overheen zingt en heel even wordt versterkt door een mannelijke stem. Deze plotselinge verrassing is van korte duur, maar zorgt er wel voor dat de luisteraar weer even aangetrokken wordt.
De zangkwaliteiten van Ryanne floreren tijdens Ode To The Future des te meer wanneer ze ook hogere noten haalt. Na dit mooie momentje is het even tijd om de bolletjes te laten knikken op het pompende karakter van Be Your Sins, waarin Ghost-achtige metalriffs te horen zijn en gitaar-leads die doen denken aan wijlen Selim Lemouchi. Gelukkig is dit metal-momentje maar eenmalig, want de sound is het sterkst tijdens zwaarmoedige parels als Dust And Shadow.
Dool spreekt zich in de bandnaam behoorlijk tegen, want van dolen is geen sprake. Deze heren en dame weten namelijk dondersgoed waar ze mee bezig zijn en blijken op deze schijf wederom rijzende sterren. Het is te hopen dat ze snel weer in krakkemikkige zaaltjes en op zonovergoten zomerfestivals te bewonderen zijn, want we zijn zeker toe aan een feestje met deze geweldenaars.