Een Cymbidium-orchidee is waarschijnlijk niet het eerste wat je verwacht aan te treffen op een album van een Ierse indierockband. Toch laat Inhaler deze bloem het centrale middelpunt zijn op de hoes van hun nieuwste album Open Wide dat, evenals de hoes, aangenaam verrassend is.
De kritiek op de vorige plaat Cuts & Bruises had vooral betrekking op het overmatig gebruik van galm op de microfoon van zanger Elijah Hewson. De eentonigheid die daarvan het gevolg was werkte op de zenuwen. Op Open Wide is daar weinig meer van terug te horen en dat is mede te danken aan de samenwerking met producer Kid Harpoon, die eerder werkte met Harry Styles aan diens succesalbum Harry’s House. Harpoon zat ook achter de knoppen bij Miley Cyrus’ wereldhit Flowers.
Open Wide opent met Eddie In The Darkness. De coupletten zijn muzikaal wat ingetogen, maar dat wordt ruimschoots gecompenseerd in de refreinen, waar de gain-knop van de gitaarversterker aardig wordt opengedraaid. Waar de songteksten op het tweede deel van de vorige plaat Cuts & Bruises goed waren, waren ze ook moeilijk te verstaan. Eddie In The Darkness laat horen dat ook bij Inhaler kwaliteit en verstaanbaarheid prima samengaan. Het lied gaat over de angst voor kwetsbaarheid en de verleiding om je daardoor terug te trekken in de donkere krochten van jezelf. Aanstekelijke opener!
Een ander, meer synthpop-geluid, is te horen in de tweede track; Billy (Yeah Yeah Yeah). Je krijgt bijna het idee naar een geslaagde mashup te luisteren met de muziek van Coldplay en de zang van U2. Aanstekelijke en vrolijk stemmende popmuziek met een hoog festival-gehalte. Prima track die gevolgd wordt door twee reeds als single uitgebrachte nummers: Your House en A Question Of You. Funky gitaarriffs, synthesizers, een koor en een buslading aan stevige drums. Inhaler en Harpoon trekken alle registers open – zie daar de albumtitel Open Wide – en weten elkaar in het creatieve te stimuleren.
De jaren tachtig – gegoten in een modern, aangenaam zittend jasje – klinkt in veel van de dertien tracks door. Zo hoor je bijvoorbeeld The Cure resoneren in Even Though en All I Got Is You en hoor je in de openingsminuut van Again heel voorzichtig een flirt met I Still Haven’t Found What I’m Looking For van U2. Toch voelt het nergens gekopieerd of afgekeken. Inhaler heeft met dit derde studioalbum duidelijk wél gevonden waar ze naar op zoek waren: een eigen geluid.
Toch is producent Kid Harpoon wel op een paar trucjes te betrappen. De klanken in het lied Concrete doen te sterk denken aan As It Was van Harry Styles. Niet toevalligerwijs een lied geproduceerd door… inderdaad Kid Harpoon. Het andere trucje is dat diversiteit wordt verkocht als kwaliteit. Alle tracks klinken inderdaad eigen, maar dat betekent niet automatisch dat ze daarmee ook kwalitatief onderscheidend zijn. Een stuk of drie liedjes liggen op zichzelf prima in het gehoor, maar hebben door hun weinige zeggingskracht (en/of overtuigingskracht) als voornaamste functie albumvulling.
Het afsluitende Little Things is dat in het geheel niet! Een naar grunge hangend lied met als eerste zinnen ‘You and I at the world’s end/Paying for houses in our head.’ In eerdere songteksten op vorige albums kwamen vergelijkbare abstracties minder goed uit de verf. Deze keer – zonder er een duidelijke verklaring voor te kunnen vinden – werkt het wel. Het lied roept een beeld op van mentale of emotionele last, mogelijk door druk vanuit de samenleving of het volwassen leven. Thema’s die de grunge niet vreemd zijn. Er is dus goed nagedacht over de samenhang tussen inhoud en stijl. Krachtig slotstuk van Open Wide dat in tien van de dertien liedjes laat horen dat Inhaler op zo’n beetje alle fronten gegroeid is; in tekst- en taalbeleving, in creativiteit en in eigenheid. Zonder aan speelsheid en energie in te boeten die de band op de twee voorgaande albums kenmerkte. Kritiekpunt zou misschien kunnen zijn dat Open Wide een rustpunt mist. Een ballade ergens halverwege had niet misstaan. Zoals gezegd; Inhaler is groeiende, nog niet geheel volwassen dus het is ze vergeven. En daarin schuilt misschien wel meteen de charme, want Inhaler is er nog niet. Ze is nog in ontwikkeling. Wat wil je ook, het is pas de derde plaat. Maar een ding staat vast: als Inhaler de ingezette lijn weet door te trekken, gaat ze ons komende jaren nog veel verrassende luistermomenten en -ervaringen opleveren.