Kodaline – Coming Up For Air

De Ierse band die in 2013 met een redelijk goed ontvangen album kwam en het tijdens Lowlands van dat jaar niet onverdienstelijk deed, opent 2015 met opvolger Coming Up For Air. Kodaline is er weer en lijkt zoekende.

Opener Honest belooft veel goeds en wijkt door z’n grootse sound en logge, trage beat in de refreinen direct af van het zoetsappige dat we gewend zijn van de band. Een elektronisch sound heeft de overhand. Veel synthlagen, een house-achtige opbouw naar de refreinen toe, een drumbeat met een snel hi-hat patroon in die refreinen. Zij die hebben opgelet in 2014 kennen het wel.

De twee volgende nummers maken weinig indruk maar gelukkig schudt Human Again ons weer wakker. Met een lekkere beat en dito baslijn in de coupletten en een knallend refrein inclusief koortjes. De gitaar krijgt een Tame Impala-achtig sausje en dat misstaat niet. Dit is eigenlijk best een lekker nummer! Helaas zakt de plaat hierna weer in.

Coming Alive doet z’n naam eer aan. Een nogal opgehypete beat, gitaren die links en rechts de gehoorgang in schellen en leadzang die, typerend voor de band, ondersteund door een piano recht door het midden tot ons komen. Het lijkt een vriendelijk doch dwingend verzoek aan de luisteraar om weer tot leven te komen en mee te luisteren. Met Lost wordt de energie weer teruggetrokken totdat na anderhalve minuut de drums inzetten en die weer een halve minuut later goed kan samenvallen met de basgitaar. De zangpartij en de backing vocals in het refrein doen denken aan Muse.

Better valt binnen het hokje waar de band zich met haar debuutalbum in heeft geplaatst. We horen een intro met gitaar en het zoete stemgeluid van zanger Stephen Carrigan, die moeiteloos de hoogte inglijdt. Totdat in het tweede couplet de drummer en bassist zich er mee gaan bemoeien en het nummer meer kracht geven op een simpele maar absoluut ondersteunende manier. Het bombastische outro is tot de nok gevuld met strijkers en waait uit in een gitaarlick die wel eens voor een meezingend publiek zou kunnen gaan zorgen komende zomer.

Soms zit kracht in contrast. Als je net lekker ingedommeld bent tijdens Everything Works Out In The End, dat helaas 3:38 te lang duurt, schrik je ongetwijfeld wakker tijdens de intro van Play The Game. De gitaar doet denken aan ‘ons’ eigen De Staat. Verrassend.

De juiste ingrediënten en een sound en songstructuur a la Coldplay, die samen in principe hits op zouden kunnen leveren, zijn er. Maar sterke hooks blijven over het algemeen uit op dit album. Afgezien van Better staan hier geen meezingers op zoals High Hopes, het nummer waar de radioluisteraar in 2013 maar moeilijk omheen kon.

Misschien moeten we deze plaat beschouwen als een overgangsalbum. Van het dromerige maar niet zeurderige debuutalbum, naar een dansbare plaat met groteske, up-beat producties. De luisteraar wordt vooralsnog heen en weer geslingerd tussen die twee sferen op Coming Up For Air.

Label: Sony