Paul Weller – Fat Pop (Volume 1)

Waardering

8

8

9

Ruim vijftig jaar relevante popmuziek maken is weinigen gegeven. Paul Weller draait er zijn hand niet voor om. Nog geen jaar na zijn zeer goed ontvangen album On Sunset, komt hij met zijn zestiende soloplaat op de proppen. Fat Pop (Volume 1) is deels het gevolg van gedwongen thuiszitten, aangezien toeren voor On Sunset geen optie bleek na het uitbreken van corona. Het is echter allesbehalve een tussendoortje of zoethoudertje.

Losse schetsen werden door Weller in zijn eentje uitgewerkt, om ze daarna met zijn vaste bandleden drummer Ben Gordelier, gitarist Steve Cradock en bassist Andy Crofts tot hechte liedjes te smeden. Hierbij geholpen door enkele gastzangers, zoals Weller’s dochter Leah, Andy Fairweather en Lia Metcalf, frontvrouw van Weller’s favoriete bandje uit Liverpool: The Mysterines. Het levert een plaat vol liedjes in lijn met de Britse poptraditie van The Beatles, The Kinks, en natuurlijk Weller zelf.

Het album opent met Cosmic Fringes: een indiedancetrack met zware bassen, stevig gitaarwerk en de ietwat gruizige, karakteristieke stem van Weller. Vol gas van start en stilzitten is haast onmogelijk. Het gitaarwerk blijft krachtig in True, maar de insteek is hier rock a la Iggy Pop, hoewel er ook rustige momenten in het nummer zijn ingebouwd. Het saxofoonspel en de sterke teksten doen het nummer onmiddellijk uitstijgen boven een gemiddelde indierocksong. De zang van Lia Metcalf tilt het liedje nog verder op. Het titelnummer lijkt een muzikale combinatie van de eerste twee songs, aangevuld met een funky aan triphop denkend klankbeeld. Een wonderschone combinatie van dikke bassen en helder gitaarspel zorgt voor een intrigerende track.

Cobweb/Connections is spaarzaam qua muzikale begeleiding, vooral opgebouwd rond folkachtige, akoestische gitaar en het vioolspel van Hannah Peel waar Weller al eerder mee samenwerkte. Een soulvoller en meer funky geluid komt naar voren in Testify, That Pleasure en Shade Of Blue. Voor dit laatste nummer haalde Weller zijn dochter Leah erbij. Zij schreef het refrein en vult de zang van haar vader aan. Het doet ook direct denken aan het werk dat Weller in de jaren tachtig met The Style Council maakte. Ook daar droop de soul in dikke lagen van de platen af. Kortom, vertrouwd terrein voor Weller. Niet vernieuwend maar uitmuntend uitgevoerd.

Failed is een redelijk uptempo track, waarbij het strakke drumwerk wordt aangevuld met een bijna country-achtig gitaarspel. Eenzelfde sfeer, maar iets trager en nog wat broeieriger wordt het in Moving Canvas. Het rauwe, bluesy gitaarwerk zorgt voor mooi tegenspel bij de zang van Weller. De accenten in de track komen van de blazerssectie, bij Weller is de soul nooit ver weg. De plaat wordt afgesloten met Still Glides The Stream, een rustige track met piano en strijkers. Het nummer heeft Weller samen geschreven met gitarist Steve Cradock. Het is een ode aan alle mensen die hard werken en de ruggengraat van de samenleving vormen, maar waar weinig naar wordt omgekeken zoals bijvoorbeeld straatvegers. Een waardig slotakkoord.

Decennia muzikale ontwikkeling, van zijn punkjaren met The Jam, via de soul van The Style Council naar alweer bijna dertig jaar fraai solowerk, betaalt zich op Fat Pop (Volume 1) dubbel en dwars uit. Ondanks dat het album veel verschillende muziekstijlen herbergt, zoals indierock, funk, soul, een vleugje reggae en zelf dance grooves, blijft het een geheel doordat iedere track tevens een sterk liedje is. De meeste van de twaalf nummers zijn korte, radiovriendelijke liedjes van drie minuten of minder. Het knappe van Weller is dat je nergens de behoefte krijgt iets over te slaan of door te spoelen. In tegendeel, door de sterke melodieën kruipt ieder liedje kruipt onmiddellijk onder je huid. Bij herhaald luisteren wordt pas echt hoorbaar hoe knap de liedjes gecomponeerd zijn. Wederom weet Paul Weller een pareltje van ruim 35 minuten perfecte popmuziek te presenteren.

Voor de liefhebber: Vijf nummers van Fat Pop live