Perfect Storm – No Air. Hoe onheilspellend wil je het nieuwe jaar beginnen? De verstikkende gevoelens die artiest in combinatie met de albumtitel oproept, zijn misschien niet geheel terecht. Er zijn immers weinig genres die zoveel ademruimte bieden als progrock. Ook Perfect Storm geeft op zijn debuutalbum genoeg tijd om de nummers goed in je op te kunnen nemen in plaats van doldriest door te razen.
Wanneer je zegt debuutalbum, denk je bij een band vaak aan een groep jonge twintigers die proberen te ontsnappen aan de studiebanken. Hoe anders is dat bij Perfect Storm. Het noord-Nederlandse collectief beschikt gezamenlijk over decennia aan muziekervaring, alleen vonden de zes elkaar in deze formatie pas vrij recent in de studio. De chemie lijkt daar snel te zijn gevonden, want No Air maakt van meet af aan duidelijk wat je van Perfect Storm kan verwachten. Strength is een onvervalste, klassieke progrocktrack van acht minuten met een uitgesponnen intermezzo. Alleen in plaats van het nummer op de pure kracht te spelen, kiest Perfect Storm voor een harmonieuze invulling. Schoonheid in plaats van spierballen.
De schoonheid piekt tijdens de lange bridge in – de toepasselijke – albumafsluiter How It Ends. De langste song (9.34) is sowieso verreweg de meest imponerende. How It Ends valt direct al op doordat het begint met gezang van frontman Adel Saflou in plaats van een lang intro. Het nummer zit vervolgens ruim vierenhalve minuut goed in elkaar alvorens het overgaat naar een lang instrumentaal stuk. Vanuit een stilte – verstoord door enkele toetsaanslagen – bouwt How It Ends langzaam op naar een geweldige climax. Nogmaals: een climax van schoonheid, niet van spierballen.
Naast de harmonieuze insteek van Perfect Storm valt op dat de band over twee bewakers van de microfoon beschikken. De eerder benoemde Saflou heeft namelijk een vrouwelijke collega in Hiske Oosterwijk. Veelal neemt ze de backing vocals of tweede stem voor haar rekening. Op titeltrack No Air is zij ineens als leadvocaliste te horen. Het zal je, als je hier niet op voorbereid bent, toch wat vreemd op je dak vallen. Je zou die wisseling achter de microfoon misschien wat vaker willen horen om ook die verbinding met Oosterwijk te voelen die bij de stem van Saflou inmiddels ontstaan is. De zang voelt in No Air opeens een stuk minder vertrouwd, zonder daarmee enige afbreuk te willen doen aan Oosterwijks zangkwaliteiten.
Perfect Storm waart soms iets te lang door en ontsnapt in fases van nummers (op bijvoorbeeld Hope en Sun For Life) ook niet aan het maken van ‘overbrug-prog’, waarbij je je soms afvraagt waar alles precies heen leidt. Maar over het algemeen slaagt de band er op No Air in om zeven lange songs lang te boeien. Hopelijk is No Air pas het eerste briesje van deze Perfect Storm, want dan komt er in de toekomst nog veel moois voorbij waaien.