Silversun Pickups – Widow’s Weeds

Waardering

10

9

9

9

9

Hello my friend/It’s nice to see you again.’ Met die lyric opent Silversun Pickups het album Widow’s Weeds. Een tekst die op waarheid berust, want bijna vier jaar na Better Nature is het inderdaad geweldig om meer weer eens wat te horen van de indierockband. Zeker als het om een exceptioneel sterke plaat gaat. Widow’s Weeds kent geen zwakke punten, louter highlights sieren de vijfde langspeler van de band uit Los Angeles. Silversun Pickups maakt de grootse ambities die het had voor dit album meer dan waar.

Het moest een plaat worden waarop de groep zichzelf voor het eerst echt bloot durfde te geven. Om dat te bewerkstelligen haalde het grof geschut binnen in de persoon van Butch Vig. De producer (en drummer) werkte in het verleden met onder andere Foo Fighters, Muse, Green Day, Smashing Pumpkins, Sonic Youth, zijn eigen Garbage en niet in de laatste plaats zat hij aan de tekentafel bij het opnemen van Nirvana’s Nevermind. Of Widow’s Weed zich daarmee mag vergelijken, dat moet de tijd uitwijzen.  

Opener Neon Wound heeft in ieder geval de kwaliteit ervoor. De felle dreunen gecombineerd met het eindeloos en snel doortikkende geluid van de bekkens creëren een vijf minuten en 38 seconden durend meesterwerk. Het is een niveau dat Silversun Pickups op de rest van Widow’s Weeds nergens meer aantikt. Alleen dat zegt meer over het niveau van Neon Wound dan over de rest van het album. Want er staat zoveel prachtigs tussen. Het rappe en door strijkers gestuwde It Doensn’t Matter Why. Het iets eenvoudiger opgezette, maar o zo fraaie Freakazoid. Don’t Know Yet, dat van minimale begeleiding evolueert tot stevige poprock met fijn gitaarspel en weer terug. Het vioolintro – de strijkers zijn terug – bij Straw Man.

Tot dusver is alleen de eerste helft besproken en toegegeven: dat is wel duidelijk de betere helft. Widow’s Weeds blijft je 48 minuten lang een divers palet aan verfijnde muziek aanbieden, alleen de exceptionele staaltjes worden minder naarmate het album vordert. Songbirds is mogelijk de enige dissonant. Niet omdat het een matig nummer is, maar omdat de stem van Brian Aubert soms een beetje wegvalt in de mix. Een van de sterkste punten van deze plaat is dat je alle elementen (instrumenten en zang) heel mooi los eruit kan pikken. Op Songbirds komt dat bedoeld of onbedoeld niet uit de verf. Gelukkig word je op het einde nog getrakteerd door een lekkere uitsmijter. Widow’s Weeds sluit af met We Are Chameleons, een van de meest pure rocktracks in het oeuvre van de groep.

Silversun Pickups levert altijd kwaliteit af en Widow’s Weeds is daar meer dan een bevestiging van. Het is album dat de potentie heeft om een hele groep nieuwe luisteraars en fans aan te boren. Tot in de eindejaarslijstjes!