Zes jaar na de release van All Hope Is Gone is Slipknot terug en brengt de Amerikaanse metalband zijn vijfde studioalbum uit: .5: The Gray Chapter. Wat is er in die zes jaar tijd allemaal veranderd en wat merken wij als luisteraar daarvan?
Een verandering is het vertrek van drummer Joey Jordison, die zelf zegt nooit met Slipknot gestopt te zijn. Desondanks maakt hij geen deel meer uit van de band en is het nog steeds wachten op een verklaring van beide partijen.
Maar de grootste verandering is dat in 2010 bassist Paul Gray kwam te overlijden, een gebeurtenis die van grote invloed is op .5: The Gray Chapter. Niet alleen is de albumtitel een directe verwijzing naar Gray, ook in enkele nummers op het album komt duidelijk naar voren dat het overlijden van Gray een diepe indruk heeft achtergelaten.
Goodbye en Skeptic zijn hiervan de beste en sterk uiteenlopende voorbeelden. Het rustige met melodieuze zang behangen Goodbye is een bijna zachtaardige schreeuw van verdriet waarin halverwege nog wel de zware gitaren worden ingezet om dat gevoel kracht te benadrukken. Maar daarmee staat Goodbye in schril contrast met Skeptic. Laatstgenoemde is namelijk een luide schreeuw van woede en onbegrip, een boodschap die met zwaar aangezette gitaren en rammende drums kracht wordt bijgezet.
En vooral dat is toch het recept van Slipknot, zware gitaren, rammende drums en grunts uit het diepst van de ziel die vooral gaan over de duistere zaken des levens of die een politieke boodschap bevatten. Dat is wat we gewend zijn van Slipknot in de vier voorgaande albums en dat is ook precies wat je krijgt met .5: The Gray Chapter. Ook de (bijna incidentele) melodieuze zang komt terug op dit album evenals het gebruik van samples en scratching. The Devil in I is een goed voorbeeld van eerstgenoemde. Grunts worden afgewisseld met zang en het stevige gitaarwerk wordt afgewisseld met melodieuze riffs. Hetzelfde geldt voor If Rain Is What You Want en het eerder besproken Goodbye.
Aan de andere kant van het spectrum hebben we Custer. Doorspekt met samples en ouderwets snoeihard. Qua opzwepende metal is dit absoluut het hoogtepunt op .5: The Gray Chapter. De teksten “cut me up and fuck me up” zullen ongetwijfeld de nodige controverse oproepen, neemt niet weg dat voor de emotioneel stabiele medemens dit het nummer is waarvan je zin krijgt om je plastic Hartman-tuinstoeltje aan gort te slaan tegen de bakstenen muur van een willekeurige doorzonwoning met een Renault Twingo voor de deur.
Overigens geldt dit voor vrijwel het gehele album, maar Custer is een uitschieter.
Al met al is .5: The Gray Chapter voornamelijk een snoeihard album waarbij Slipknot enigszins teruggaat naar de roots, maar dan aangevuld met wat meer sampling. .5: The Gray Chapter lijkt gevoed te zijn door de dood van Paul Gray en het was aan de band om dit op de juiste en een Slipknot-waardige manier te uiten zonder daarbij de eigen identiteit te verliezen.
Of dat gelukt is? En of. Zonder zich te verliezen in zelfmedelijden of romantisering heeft Slipknot de dood van Gray een plekje gegeven op dit album waarbij de intensiteit van de emotie de muziek alleen maar ten goede komt.
Maar ondanks de titel van het album is Paul Gray niet het enige onderwerp op dit album. Verre van. Want naast de ode’s aan Gray is er op .5: The Gray Chapter nog genoeg te horen wat de doorgewinterde Slipknot-fan of willekeurige (nu-)metal fan zal aanspreken.
.5: The Gray Chapter is een sterk album, een waardige opvolger van All Hope Is Gone en het zes jaar wachten zeker waard.