Met Deadbeat komt Tame Impala na vier jaar met een nieuw studioalbum. Kevin Parker, het creatieve brein achter het project, kiest dit keer voor een rauwer, experimenteler geluid dat flirt met dance en elektronica. Toch blijft zijn stem, dromerig en herkenbaar, het ankerpunt van de plaat.
Tame Impala staat al jaren bekend om zijn hypnotiserende mix van psychedelische rock en elektronische pop. Met albums als Currents en The Slow Rush zette Parker zichzelf neer als een perfectionist die elk geluid tot in detail vormgeeft. Deadbeat voelt juist als een reactie daarop: minder gepolijst, losser van structuur en met meer ruimte voor toeval en imperfectie. Het album is geïnspireerd door de Australische bushravecultuur – de ondergrondse feesten in de natuur waar Parker als twintiger zijn liefde voor ritme en trance ontwikkelde. Die invloed hoor je in vrijwel elk nummer terug.
De openingstrack My Old Ways zet een bijzondere eerste toon. Een ingetogen pianomelodie overheerst, terwijl Parkers stem nauwelijks boven de klanken uitkomt. Het klinkt kwetsbaar, bijna akoestisch, tot na een minuut de herkenbare ritmiek en spanning terugkeren. De steeds herhalende beat bouwt de intensiteit op zonder die uitmondt in een echte climax. Het is Tame Impala, maar dan met een nieuwe laag introspectie.
Ook No Reply blijft hangen in die spanning. De lage, monotone zang klinkt anders dan zijn gebruikelijke hoge stemgeluid. De compositie is eenvoudig, maar de herhaling en de subtiele pianolijnen zorgen voor een hypnotiserend effect. De psychedelische rock maakt hier plaats voor een meer minimalistische benadering. Pas met Dracula keert Parker terug naar bekend terrein. De track, eerder uitgebracht als single, bevat de vertrouwde combinatie van dromerige zang en sterke beats. Het is een van de meest toegankelijke nummers van de plaat en laat horen dat Parker zijn gevoel voor groove nog lang niet kwijt is. Ook Loser, een andere single, past in dat straatje: rustiger van aard, maar met een diepte die langzaam onder de oppervlakte groeit.
Het hoogtepunt volgt met Piece of Heaven, waar symfonische klanken samenkomen met Tame Impala’s kenmerkende psychedelische lagen. Het nummer is rijk, gelaagd en constant in beweging, alsof je luistert naar drie verschillende songs die naadloos in elkaar overvloeien: precies waaraan je Tame Impala kunt herkennen. Obsolete en Ethereal Connection bouwen die energie verder op; vooral die laatste is, met zijn acht minuten durende opbouw en trance-invloeden, een indrukwekkende climax.
De afsluiter Afterthought brengt de plaat tot rust. Hier hoor je weer de vertrouwde warmte van Parker’s stem en productie. Deadbeat eindigt zoals het begon: met introspectie, maar nu met meer richting en emotie. Hiermee bewijst Tame Impala dat groei niet draait om perfectie, maar om durven loslaten. Niet elk nummer is even overtuigend, maar de plaat toont lef, visie en vernieuwing. Parker heeft zichzelf opnieuw uitgevonden, en dat hoor je in elk detail.
