The Driver Era is de afgelopen jaren uitgegroeid tot een volwassen poprockband. Ross en Rocky Lynch begonnen hun muzikale carrière samen met hun broers en zus onder de naam R5 – een verwijzing naar het feit dat alle bandleden een voornaam met een ‘R’ hadden. Ross was daarnaast te zien als Austin Moon in de populaire Disney-serie Austin and Ally. De hele familie stond in die tijd onder contract bij de muziektak van Disney, wat resulteerde in twee gladgestreken studioalbums. De poprockambitie was hoorbaar, maar binnen de veilige kaders die Disney hanteerde, bleef muzikaal risico achterwege.
Toch sloot R5 hun bestaan af met een ep die rauwer en experimenteler klonk. Niet alleen het geluid veranderde, ook de uitstraling van de band werd anders. Die koerswijziging lijkt voortgekomen uit de visie van Ross en Rocky Lynch, die in 2018 hun eigen band oprichtten: The Driver Era.
Op de eerste drie albums is die nieuwe richting goed hoorbaar. Het debuutalbum X is een frisse, alternatieve poprockplaat, gevolgd door Girlfriend, dat die lijn voortzette. Met Summer Mixtape verkende de band een andere kant: behapbare techhouse met disco-invloeden. Op hun vierde en meest recente plaat Obsession combineren de broers Lynch de kenmerken van de eerdere albums tot één geheel: een energieke en strak geproduceerde electropopplaat.
Die mix is direct hoorbaar bij openingsnummer You Keep Me Up At Night, waarin een funky baslijn en een lichte, stuwende drumsound zorgen voor een aanstekelijk begin. Dat dansbare recept – groovy bas- en gitaarlijnen – zet zich voort in tracks als Don’t Walk Away, Touch, Can’t Believe She Got Away en Everybody’s Lover.
Thematisch draait Obsession vooral om kortstondige liefde en introspectie. Tegelijkertijd klinken er maatschappijkritische ondertonen door in nummers als I’d Rather Die, Everybody’s Lover en Better. De overige nummers zijn juist romantischer van aard.
In aanloop naar het vierde studioalbum brachten de broers meerdere singles uit. Deze nummers vormen het hart van het album, waardoor de overige tracks wat onbevredigender voelen. De melodieuze singles Don’t Walk Away en Same Old Story nodigen uit tot meedeinen, terwijl Touch opvalt door het sensuelere karakter.
Het grootste deel van het album luistert prettig weg, maar weet verder niet echt te verrassen. Dat betekent echter niet dat de plaat live niet tot zijn recht komt. In oktober vorig jaar stond The Driver Era in AFAS Live. De band bracht daar bekende werkjes én – toen nog niet verschenen – nummers van Obsession. De reactie uit het publiek was positief, en ook maakten de uitvoeringen live meer indruk dan ze op het album doen.
The Driver Era weet met ieder studioalbum te laten horen dat de rek er nog niet uit is. Iedere plaat voelt vernieuwend, maar het typerende The Driver Era-geluid blijft hoorbaar. Dat getuigt van muzikale nieuwsgierigheid en de daarmee gepaarde ontwikkeling. Het verraadt dat The Driver Era zijn beste werk nog moet gaan maken. Met Obsession komt de band daar dicht bij in de buurt, maar het album mist net genoeg cohesie en betovering om als hun kroonjuweel bestempeld te kunnen worden.