Advertisement

Baas boven baas

Ik geef het maar gelijk toe: ik heb niet zoveel met Bruce. Ik heb er ook niet zoveel op tegen, maar ik weet niet of ik daar een mindere partypooper van word. Want feest is het in huize Springsteen: onlangs blies hij 66 kaarsjes uit. Jaja, The Boss wordt een ouwe baas. En er was nóg een feestje te vieren, want precies 40 jaar geleden verscheen Born To Run, het album waarmee Bruce Springsteen doorbrak. Minder vanzelfsprekend dan je met terugwerkende kracht zou denken: de eerste twee albums waren nou niet bepaald het succes waar platenmaatschappij Columbia op gehoopt had. Dus kregen Bruce en zijn E-street Band nog één kans. Drie maal bleek inderdaad scheepsrecht: het was een schot in de roos, de start van een lange loopbaan die tot de dag van vandaag voortduurt.

Muziek voor de gewone, hardwerkende man. En vrouw natuurlijk, maar het zijn toch voornamelijk de mannen die voor Bruce vallen. Zelf is Bruce ook zo lekker gewoon gebleven. Een beetje de Marco Borsato van Amerika. Misschien dat ik dat wel een beetje aan ‘m mis: sterallures. Nooit eens een uitglijer, een relletje of een hotelkamertje dat in mindere staat wordt achtergelaten dan hij er binnen ging. Ok, Bruce bemoeit zich nog wel eens met de politiek en het is maar de vraag of zonder zijn steun Obama ooit was herverkozen, maar politiek is geen rock ’n’ roll. Misschien is dat ook de reden waarom Bruce zoveel fans heeft in Nederland. Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg. De enige plek waar Bruce flink tekeer gaat is op het podium. Vaak meer dan drie uur achter elkaar. Hij werkt zich net zo hard in het zweet als die gewone man die voor hem staat. Ik vind het een beetje overdreven, drie uur lang. Maar goed, waar voor je geld krijg je wel.

Ik kan me nog herinneren dat één van z’n grootste fans in Nederland, Jack Spijkerman, in zijn wekelijkse programma op het toenmalige Radio 3 (binnenkort ook jarig, en ik weet niet of het mag zeggen van mijn boss, dus hierbij een heel zacht gefluisterd gefeliciteerd) vrijwel elke uitzending iets van Bruce Springsteen draaide. Op zekere dag was dat een live uitvoering van een liedje van Jimmy Cliff: Trapped. Dat verhaal van Jimmy Cliff kende ik toen nog niet, het enige wat ik kon was met open mond luisteren naar dit fan-tas-ti-sche nummer. Alleen hiervoor schafte ik de 3-cd box met het beste van Bruce aan. Zeker, er staan meer aardige nummers op, maar deze spant de kroon. Het is het enige album dat ik van ‘m in de kast heb staan. Tenminste: het enige dat ik zelf gekocht heb. Er staan er nog een paar naast die ik ooit eens kreeg. Bij een radiozender waar ik tien jaar geleden werkte wisselden we elkaars favorieten uit op cd: Roy Orbison, Frank Sinatra, Johnny Cash. En Bruce Springsteen dus. Toen ik vertelde dat ik niets van de baas in de kast had staan, kreeg ik meteen een kopietje van Tunnel of Love in handen gedrukt. Inclusief tekstvel, want die teksten, daar moest ik ook eens op letten. Specifiek Brilliant Disguise. Nog specifieker; de laatste regel. Bruce bezingt de twijfel, jaloezie en onbegrip die in zijn relatie zijn geslopen, hoe hij en zijn vrouw vreemden van elkaar zijn geworden, en besluit met ‘God have mercy on the man, who doubts what he’s sure of.’ Wat een zin. Eén van de allermooiste zinnen over de liefde die ooit werden neergepend in de popmuziek wat mij betreft. Samen met Paul Simons ‘Losing love is like a window in your heart’ (Graceland) en Love Minus Zero/No Limit van Bob Dylan, dat begint met ‘My love, she speaks like silence, without ideals or violence.’ Dat laatste liedje kan trouwens in z’n geheel op een tegeltje, als je tenminste een tegel vindt die groot genoeg is om alle regels op kwijt te kunnen.

Nu zijn naam toch gevallen is: Bruce is overduidelijk schatplichtig aan Bob. Ontkent dat zelf ook niet. Toen Bob werd ingelijfd in de Rock ‘n’ Roll Hall of Fame, hield Bruce een toespraak. Elvis freed the body, Bob freed the mind, zo zei hij. Maar dat was nog niet alles, want hij betoogde daarna dat zonder Bob de Beatles nooit Sgt. Pepper’s Lonely Hearts Club Band hadden gemaakt, U2 nooit Pride (In The Name Of Love) en Marvin Gaye geen What’s Going On. Sterker nog, zo zei hij, zonder Bob geen Bruce Springsteen. Kijk, dan ben je toch wel een baas.

Ja, misschien dat ik bij nader inzien Bruce toch best wel waardeer. Gewoon, niet te gek.