Beyoncé – Renaissance

Renaissance

Waardering

9

Disco en house zijn de twee zwarte muziekstromingen uit de jaren zeventig en tachtig die de afgelopen jaren veelvuldig dienen als inspiratiebron voor hedendaagse artiesten. Ook Beyoncé tapt op haar zevende album Renaissance uit dit vaatje, waarmee ze afwijkt van haar gebruikelijke rnb meets hiphop. Dat betekent vooral meer aandacht voor fun, om zo het huidige wereldleed even te kunnen vergeten. In de eigen woorden van Queen B : ‘To all of my fans: I hope you find joy in this music. I hope it inspires you to release the wiggle. Ha! And to feel as unique, strong, and sexy as you are.’ Het meest duidelijke voorbeeld van haar disco- en house-inspiratie hoor je in Summer Renaissance, het laatste nummer op het album. Een eigentijdse remake van de iconische Donna Summer track I Feel Love. Het ultieme disconummer van Summer, geproduceerd door Giorgio Moroder, was begin jaren tachtig ook de blauwdruk voor de house. Met de muzikale renaissance zit het dus wel goed.

In de openingstrack I’m That Girl worden de disco grooves nog wat onderdrukt, de beats passen meer bij haar eerdere werk. Maar in het volgende nummer, Cozy, is de dansvloer officieel geopend. Tekstueel profileert Beyoncé zich nog steeds als iemand die blaakt van zelfvertrouwen en zich comfortabel voelt in het eigen lijf. Dansbare beats blijven de boventoon voeren op Alien Superstar en dat wordt helemaal duidelijk met het Chic-gitaargeluid van Nile Rodgers in Cuff It.

Op Renaissance gaat Beyoncé los met vele topmuzikanten en producers, naast Nile Rodgers zijn onder andere Raphael Saadiq, Honey Redmond a.k.a. Honey Dijon, Pharrel Williams, Chad Hugo en Skrillex van de partij. De productie is loepzuiver. Ook zit haar album vol met samples en verwijzingen naar het roemrijke dansverleden. Onder de songschrijvers vind je niet alleen Donna Summer, maar ook legendes als James Brown en Robin S. Deze laatste schreef bijvoorbeeld eerste single Break My Soul die eerder al verscheen. Deze uptempo housetrack dekt de lading van het Renaissance-geluid behoorlijk, hoewel het qua sound ook een feest van herkenning is voor liefhebbers van eerdere albums. Oudgediende Grace Jones verhoogt op Move de feestvreugde. De track heeft door haar bijdrage een licht exotisch tintje, hoewel dit ook de Nigeriaanse invloed van de andere gastzangeres Tems kan zijn.

Het is niet enkel disco wat de klok slaat. Thique doet meer denken aan de sfeer van Lemonade. Ook de twee tracks die hierop volgen, All Up In You Mind en America Has A Problem passen in deze goed gedoseerde stijlbreuk. De nummers lopen goeddeels in elkaar over en barsten van vernieuwende ideeën en samples. In Pure/Honey klinken plots geluiden die doen denken aan de industriële sound van de jaren tachtig groep Art Of Noise.

Hoewel Beyoncé met Renaissance relatief laat op de trein van de herwaardering van disco en house springt, doet ze dit met een natuurlijke overmacht. Ondanks de samples en retro beats is de productie en uitvoering sprankelend nieuw. Queen B zet de genres geheel naar haar hand, nergens heb je het gevoel dat je naar een herhalingsoefening met uitgekauwde beats luistert. In tegendeel: van Renaissance wil je dansen! Muziek is niet alleen een vehikel voor (zwart) bewustzijn, maar is natuurlijk ook een uitlaatklep, een vorm van escapisme. Beyoncé biedt tekstueel voldoende munitie om zelfbewust het leven tegemoet te treden, maar biedt muzikaal de gelegenheid om al je zorgen opzij zetten. Een knap staaltje werk dat zowel de dansvloer in beweging houdt, uitgesproken is over identiteit en dat met alle samples en verwijzingen een feest is voor de muzikale omnivoor.