Fans moesten het twee jaar lang doen met een gezamelijk album met Central Cee, maar Dave is nu eindelijk terug met zijn eerste soloalbum sinds We’re All Alone in This Together (2021) en het is een werk dat zowel groots als ingetogen voelt. The Boy Who Played The Harp is een plaat waarin Dave het grote boek openslaat, de wereld inademt en zichzelf probeert te begrijpen. Het is een album voor de echte fans, niet voor de massa. De titel verwijst naar het Bijbelse moment waarop David harp speelt om koning Saul te kalmeren, hij versloeg Goliath en werd uiteindelijk koning: muziek als wapen, als medicijn, als verlossing. Dat idee vormt de kern van dit album.
Vanaf de eerste tonen van de opener History weet je dat Dave weer met een pen schrijft die scherper is dan de meeste messen. ‘Matthew 4: The word is my weapon rapt hij, en dat is het ook. Dave’s kracht ligt al jaren in zijn taal: rauw, poëtisch en altijd gecontroleerd. Zijn bars zijn soms zo cryptisch dat je het gevoel krijgt dat hij een gesprek met God voert waar jij toevallig bij mag luisteren.
De productie, grotendeels verzorgd door James Blake, is etherisch. Hun samenwerking was eerder al goud en ook hier vullen ze elkaar aan als tegenpolen. Blake brengt melancholie, Dave brengt het gewicht. Vooral Selfish, hun tweede samenwerking op dit album, springt eruit. Daarin keert Dave zijn blik naar binnen, met een kwetsbare eerlijkheid over zijn tekortkomingen. Blake’s stem hangt als wierook door de track heen, alsof je luistert naar een biecht.
Toch is dit voor de “casual” Dave luisteraar misschien wel zijn minst veelzijdige album tot nu toe. Waar zijn eerdere werk tussen de lijntjes werkte, speelde tussen groots en klein, politiek en persoonlijk en vooral: muziek voor de fans versus muziek voor het grote publiek, voelt The Boy Who Played The Harp soms niet licht genoeg. De precisie is bewonderenswaardig, maar het mist af en toe de vrolijkheid en de knipoog naar het commerciële die hem juist zo menselijk maakt.
Gelukkig zijn er nummers die dat doorbreken. No Weapons, met Jim Legaxcy, is een hoogtepunt. Een nummer dat bijbels klinkt zonder te preken. De samenwerking met Tems op Raindance is een onverwachte, maar briljante keuze. Haar stem tilt het nummer naar iets hemels. Het doet denken aan zijn eerdere track Law of Attraction met Snoh Aalegra, maar voelt vrijer, lichter, bijna engelachtig.Fairchild is dan weer het scherpste mes van het stel: een aanklacht tegen femicide en het seksisme in de samenleving. ‘You’re either part of the solution or part of the problem’ zegt hij, en die zin blijft hangen.
En dan is er Chapter 16, met de legendarische Kano. Twee generaties Londense grootheden op één track. Kano’s vraag ‘Will they remember me, Dave?’ en Dave’s antwoord ‘I need some guidance’ zeggen alles over respect, erfenis en het gewicht van representatie binnen de Engelse scene. Het voelt als een speelse, maar stevige handdruk tussen broeders.
The Boy Who Played The Harp is een project dat je even op je in moet laten werken. Het is een project dat richting geeft, zowel aan Dave zelf als aan de toekomst van Britse rap. Hij klinkt volwassen, zelfverzekerd en op zoek naar genade. Wederom een sterke en unieke toevoeging aan Dave’s catalogus.
