Esben and the Witch – Older Terrors

Waardering

7

Het muzikale equivalent van een duister, onheilspellend boek, zo is Older Terrors te omschrijven. Na het beluisteren van de eerste tonen van de nieuwste Esben and the Witch, geproduceerd in een oud appartementenblok in Berlijn, word je als het ware getransporteerd naar een wereld vol wolven, heksen en ander gespuis. De nachtelijke, golvende rock openbaart zich in een spannend vierluik met Rachel Davies als onheilsprofeet.

Samen met Thomas Fischer (gitaar) en Daniel Copeman (drums, elektronica) vormde Davies de afgelopen jaren het illustere Esben and The Witch. In 2011 nog genomineerd voor BBC Sound of, een lijst voor meest veelbelovende artiesten van het jaar. Jessie J won toen. Niet zo raar natuurlijk. Een band die zichzelf laat omschrijven als ‘nightmare pop’ met een duidelijk elektronisch sausje, daar valt geen miljoenenpubliek mee te bereiken. Nu – vele jaren later – schuiven de bandleden meer en meer richting het rockgenre. Dat was op A New Nature al goed te horen. De opsmuk verdween als sneeuw voor de zon, als basis voor de mystieke lyriek in een post-rock wereld.

Daar is op Older Terrors niet aan getornd. De vier muziekstukken vormen het pad waar de band voor kiest. In this digital age we wanted to create an album that contained four tracks that would work as a whole but that could also be separated and stand alone. Each one carving its own path.’ Geen speld tussen te krijgen. Opener Sylvan zou gevisualiseerd kunnen worden als achtervolging in een donker bos. Dreigende en zagende rock stuwen de zangkunsten van Rachel Davies naar grote hoogten. Je moet er wel even voor gaan zitten. De sound is wat stug en herhalend. Davies oreert ‘come to the place, where the wolves are weak. Come with me’, en weet het geheel nog net in goede banen te leiden. Making The Heart heeft dezelfde kenmerkende opbouw, ditmaal in een hogere versnelling. De eerdere vergelijking met een boek gaat hier zeker op. In diverse spanningsbogen weet Esben and the Witch de luisteraar mee te nemen en terneergeslagen achter te laten. Het hoogtepunt vormt het echoënde wolvengeluid van Davies, terwijl de overige bandleden het tempo dicteren.

In de twee laatste nummers, goed voor samen 22 minuten speeltijd, komt het luisterboek pas echt tot leven. The Wolf’s Sun wordt goed opgebouwd, en weer is daar de dreiging. Dit komt tot een daverend einde in het slot van het nummer. Daarna volgt een enigszins hoopvolle track, waarin de vocalen van Davies licht aan het einde van de tunnel scheppen. Alhoewel, licht zal dit Older Terrors nooit worden. Het is een broeierig werk dat je niet omver zal blazen, maar dat wel zoveel spanningsbogen bevat dat het je aandacht vast weet te houden. Older Terrors is als een dikke pil in je boekenkast: soms loodzwaar, soms repetitief en toch ook aantrekkelijk in zijn soort.