Ooit liep ik in een platenzaak in Delft en hoorde hier een jong meisje met wat spanning in haar stem vragen aan de eigenaar of hij toevallig ook een plaat van Leon Bridges verkocht. ’Oh, die Motown-imitator?’ reageerde hij enigszins geïrriteerd. ’Loop maar mee.’ Een vergelijking die ooit nog hout sneed, maar al lang niet meer de artiest Leon Bridges beschrijft. Inmiddels heeft de man met de fluwelen stem zijn ‘eigen’ stem gevonden en op zijn zelfgetitelde album Leon laat hij maar weer eens horen waarom hij steevast op lovende kritieken kan rekenen.
Opener When a Man Cries is zo’n beetje de perfecte Leon Bridges-song: strakke productie, sterke opbouw, gouden stem en een poëtische tekst. Al deze elementen werken perfect samen en laten meteen zien hoe ver Bridges is gekomen ten opzichte van zijn eerdere werk. Hij klinkt een stuk volwassener, maar ook persoonlijker dan ooit.
Dit is dan ook de laatste stap die Bridges als artiest moest zetten. Zij muziek klonk altijd fantastisch, maar was nooit een duidelijke weerspiegeling van Bridges als persoon. Waar hij ooit in algemeenheden sprak, ontkom je als luisteraar op Leon niet aan de persoonlijke teksten van de zanger. Op That’s What I Love beschrijft hij op een vrolijke en aanstekelijke manier alles waarvan hij houdt en op het autobiografische Panther City beschrijft hij de zomers in zijn oude woonplaats Fort Worth.
Leon blijkt een perfecte weerspiegeling van de Amerikaan; zowel als persoon als artiest. Genretechnisch schiet het album alle kanten op, maar de zanger blijft altijd trouw aan het warme soulgeluid uit zijn eerdere werk. Wie graag de ‘oude’ Bridges hoort, zal met veel plezier naar Ain’t Got Nothing On You luisteren. Ghetto Honeybee is misschien wel de beste weerspiegeling van de nieuwe Bridges. Deze track heeft veel r&b-invloeden en is tekstueel een stuk minder braaf dan zijn grote hits Coming Home en Beyond.
Elke track is het bewijs dat Leon Bridges als artiest veel heeft geleerd van zijn carrière tot nu toe. De invloeden van artiesten als Khruangbin, Robert Glasper en Terrace Martin, waarmee hij eerder samenwerkte, zijn door het hele album te horen. Het voelt echter nooit als een imitatie, maar als toevoeging aan Bridges’ brede geluid. Hierdoor kunnen het ingetogen Simplify, het harmonieuze Ivy en het swingende Peaceful Place allemaal op hetzelfde album bestaan.
Leon is een album waar Bridges met zijn warme klanken luisteraars continu meeneemt naar het Texas waar hij vandaan komt. Hierdoor komt Leon eigenlijk net te laat. Het zou een perfect album zijn om de warme zomeravonden van muziek te voorzien. Misschien is het Bridges hier echter wel om te doen. Op afsluiter God Loves Everyone zingt de gelovige Bridges namelijk: ’God loves everyone/Everybody under the sun.’ Wie ook maar één track van dit geweldige album zal luisteren, zal zich meteen onder de zon wanen.