Iets meer dan vijf jaar hebben we moeten wachten op de opvolger van Kiwanuka, maar Small Changes het langverwachte vierde studioalbum van Michael Kiwanuka is er dan eindelijk. De Britse soulzanger is ondertussen van het drukke London naar Zuid-Engeland verkast. In Southampton lijkt de tijd rustiger te verglijden en heeft hij meer aandacht voor zijn twee jonge kinderen. Maar naast de pandemie is het toch vooral zijn eigen perfectionisme, of eigenlijk het continue tobben in de studio of zijn liedjes wel goed genoeg zijn, dat verklaart waarom Small Changes er nu pas is. Muzikaal verkent Kiwanuka nog immer de verstilde soul, samen met het producers duo dat hem eerder al bijstond; de Amerikaan Danger Mouse en de Brit Inflo.
In de afgelopen maanden werden er al een drietal singles gereleased, Floating Parade, Lowdown (Part I & Part II) en Rebel Soul. Deze drie tracks geven een mooi voorproefje van de muzikale koers. Ambachtelijk gemaakte liedjes op een bedje van rustige, psychedelische soul in de traditie van de jaren zeventig producer Norman Whitfield van Motown. Na de opener Floating Parade volgt het titelnummer van het album. Spaarzame drums, ondersteund door een volle bas terwijl Kiwanukas karakteristieke stem warm door de speakers klinkt. De combinatie van zachte violen op de achtergrond met lange uithalen op de gitaar, sluiten naadloos aan op zijn eerdere grote hits als Cold Little Heart en Love & Hate. De tracks klinken stuk voor stuk alsof ze zo met alleen een gitaar op de hoek van de straat gespeeld kunnen worden. Voor Kiwanuka is het grootste compliment dat hij kan krijgen als hij uit de metro stapt en een straatmuzikant zijn liedjes speelt.
Er zitten minder dichtgesmeerde geluidslagen en fuzzy gitaren in het klankbeeld van Small Changes in vergelijking met zijn vorige album. De gitaren zijn er nog steeds, maar lijken meer verzonken in het totaalgeluid. Terwijl de gitaarsolo’s, zoals in Lowdown (Part II) doen denken aan Pink Floyd. Tekstueel lukt het hem ook steeds beter om dicht bij zichzelf te blijven. Zijn ervaring als relatieve buitenstaander, opgroeien in London als kind van gevluchte Oegandese ouders, zijn twijfels, depressie maar ook geluk vertaalt Kiwanuka naar prachtige songteksten. De nummers lijken haast gedachteloos in elkaar te verglijden, maar schijn bedriegt. Elk nummer heeft een eigen signatuur en staat op zichzelf, maar de combinatie is meer dan de som der delen. Muzikaal doet de relaxedheid van de tracks een beetje denken aan Sade. En aan het einde van The Rest Of Me klinkt zelfs een echo van het werk van Seal. Toeval, of ingenieus vervlochten? Met Four Long Years besluit Kiwanuka zijn album dat elf prachtige miniatuurtjes herbergt.
Een vraag die altijd gesteld wordt is of de artiest niet hetzelfde kunstje uithaalt als op het voorgaande album. Een vraag die wat dubbel voelt, want aan de ene kant wil de luisteraar graag het vertrouwde geluid van de bewonderde artiest, maar tegelijkertijd moet een nieuw album wel vooruitgang laten zien. Een welhaast onmogelijke spagaat voor de artiest, maar Kiwanuka knoopt deze tegenstelling vernuftig aan elkaar. Het album heet niet voor niets Small Changes. De verschillen met zijn vorige album Kiwanuka zijn niet gigantisch. Er is nu nog meer verstilling die qua sfeer wel doet denken aan het geluid van David Gilmours laatste album Luck And Strange. Het album kent daardoor wat minder dynamiek en dat werkt wonderwel in zijn voordeel. Small Changes is een album dat je moeiteloos op repeat kan zetten waarna de muziek onder je huid kruipt om zich daar comfortabel te nestelen. Kiwanuka heeft wederom een klein meesterwerkje afgeleverd.