Red Hot Chili Peppers – Return of the Dream Canteen

Return of the Dream Canteen

Waardering

8

Een half jaar na het verschijnen van Unlimited Love, is er alweer een album van de Red Hot Chili Peppers. Zeventien gloednieuwe tracks, waarvan de afgelopen maanden al twee singles verschenen. Eerst Tippa My Tongue, die de verwachtingen flink opschroefde. Keren de RHCP weer terug naar hun vertrouwde funk-rock-rap mix uit de begindagen? Die lijn leek met Ultimate Love al enigszins ingezet. Ook de tweede single, Eddie, biedt de vertrouwd klinkende midtempo funk-rock met versnelling en verstilling in een enthousiaste mix. De vraag is of het nieuwe album de hooggespannen verwachtingen kan waarmaken.

Het album opent met Tippa My Tongue, dus de heren gaan gelijk los met een lekker vertrouwde sound. De track wordt gevolgd door Peace and Love, ook midtempo, maar een wat vettere funkbas die in de verte zelfs wat naar reggae neigt. Opvallend is het heldere gitaarspel. John Frusciante heeft er duidelijk zin in en in de loop van het album lijkt zijn bijdrage de meeste vernieuwing aan het RHCP geluid toe te voegen. Reach Out heeft de kenmerkende afwisseling van zacht en hard, op het ene moment klinkt het nummer als een funky ballad, terwijl het volgende moment alle versterkers op tien gaan en er een muur van geluid over de luisteraar heenrolt. Bij deze stijlwisselingen is goed te horen dat het album prima door Rick Rubin is geproduceerd. De zang van Kiedis en de achtergrondkoortjes van de overige bandleden gaan nergens ten onder als de heren muzikaal in overdrive gaan.

Met Roulette, My Cigarette, Handful en Bag of Grins wordt het tempo iets teruggeschroefd, hoewel de bas met name op My Cigarette flink blijft doorbeuken. De spaarzaam toegevoegde jaren tachtig keyboard-effecten en de solerende saxofoon, maken dat de track ook wat afwijkt van de eerdere nummers. Ondanks de vette bas lijkt het nummer zich te onttrekken aan het funk-idioom dat de rest van de plaat stevig in haar greep houdt. Geen nood, tussen deze tracks staat Afterlife waar de eerder ingezette koers wordt hervat. Ook The Drummer is een wat aparte combinatie van een perfect jaren tachtig popplaatje, met fijne samenzang, maar ook met wat duistere randjes aangevuld met jachtig drumwerk en fijne gitaarriffs. Het echte rustpunt is La La La La La La La La, maar helaas voegt het nummer weinig toe. Het is ronduit saai.

Met Copperbelly wordt de eindsprint ingezet, het is heerlijke funky track. Het begin van Carry Me Home doet aan Jimi Hendrix denken, er zijn slechtere referenties denkbaar. Frusciante trekt alle registers open: na ieder door Kiedis rustig gezongen deel, giert zijn gitaar door je speakers. Aangespoord en gesteund door zwaar drum- en baswerk. De afsluiter In The Snow grijpt nogmaals terug op een jaren tachtig new wave geluid met zoemende synthesizers. Als je de Japanse versie van de cd aanschaft krijg je een achttiende bonustrack. The Shape I’m Taking is een vrolijke, uptempo RCHP track, met lichtvoetig drumwerk en flink gitaargeweld.

Op hun dertiende studioalbum Return of the Dream Canteen keren de RHCP nog verder terug naar hun hoogtijdagen, vergeleken met het twaalfde album Ultimate Love. En dat levert wederom een wat ambivalente conclusie op. Voegt dit nieuwe album muzikaal nog wat toe aan het repertoire van de RHCP? Een vraag die de diehard Peppers fan natuurlijk worst zal zijn, deze plaat geeft hen precies waar ze naar (terug) verlangen. Maar het album biedt nog wel iets meer, want het scheurende en spetterende gitaarspel van Frusciante tilt veel nummers naar een grotere hoogte. Het enthousiasme van de gepassioneerd zingende Kiedis in combinatie met de immer steady drummende Smith en de onverstoorbaar bassende Flea, draagt daar ook zeker aan bij. Kortom: een beetje meer van hetzelfde als toen, maar nu dan wat beter uitgevoerd. Bij meerdere draaibeurten komt het spelplezier steeds beter tot uiting. Ja, het is ontegenzeggelijk waar dat de band succesvol teruggrijpt op de sound uit hun hoogtijdagen, maar ze doen het met zoveel liefde en enthousiasme dat de lichte teleurstelling over het ontbreken van vernieuwingsdrang langzaam aan de horizon verdwijnt. De RHCP hebben in één jaar twee fijne albums het licht laten zien. Hier kunnen ze de komende jaren live moeiteloos mee vooruit, hoewel het ook niet erg zou zijn als ze meer van dit soort nieuwe maar toch heel herkenbare tracks aan het vinyl gaan toevertrouwen.