De hardcoreband Rise Against brengt om de zoveel jaar een stevig album uit en dat moet dit jaar met Wolves niet anders zijn. Hun melodieuze hardcorepunkgeluid hebben ze echt hun eigen gemaakt, maar soms kan teveel van het goede averechts werken. Is dat het geval met het achtste album van Rise Against?
Luid en trots zijn de mannen van Rise Against in wat ze geloven. Alle bandleden zijn vegetarisch en zijn actieve leden van de dierenrechtenorganisatie PETA. Niet gek dus dat beelden van mishandelde dieren en milieuvervuiling vaak in hun videoclips voorbij komen. Daarnaast komen ze op voor de Democratische Partij in de VS en staan ze niet te juichen over Trumps manier van doen.
De schaduwrijke politieke situatie in de Verenigde Staten is dus een gepakte kans voor de mannen om hun mening écht te laten horen. Maar dat doen ze al jaren. Rise Against is een echte protestband die gelooft dat muziek niet alleen verandering in mensenlevens kan brengen, maar ook de politieke sfeer kan beïnvloeden.
Vanaf het begin is het duidelijk dat Wolves uit frustratie is ontstaan die voortvloeit uit de Trump-crisis. Het album begint aggressief met het gelijknamige nummer Wolves, een nummer dat je van een band zoals deze kan verwachten. Metaforen zoals de zin “Tiger in a circus” laten de politieke en dierenactivistische achtergrond sterk zien. Een strakke, melodieuze opener met een bijtend karakter. Andere nummers die eruitspringen zijn Welcome To The Breakdown, een echte punknummer dat nostalgie brengt naar hun oudere werk. De lekkere bombastische drums en behendige gitaarriffs verdienen een bevredigende headbang. Far From Perfect is een meer poppunkig nummer met een vrij popmuziekig refrein. De tracks hebben hetzelfde geluid en gevoel, maar je kunt ze makkelijk onderscheiden tussen popgeïnspireerde nummers en meer authentiekere punkgeïnspireerde liedjes. Het is toch leuk om een band te zien die bij hun eigen klassieke sound blijft, maar toch een beroep probeert te doen op een meer poppig geluid, in tegenstelling tot andere bands die hun gehele repertoire omgooien waardoor ze bijna niet meer te herkennen zijn (kuch Linkin Park kuch). Maar toch voelt het alsof Rise Against het veilig wil spelen door niet teveel van het genre af te stappen.
Voor sommige bands werkt steeds hetzelfde formule in hun voordeel, maar vaak genoeg werkt het juist in het tegendeel. Soms als je steeds hetzelfde van een band kan verwachten, wordt het afwachten van een nieuw album steeds minder spannend. Dit is vaak het probleem met punkgeoriënteerde bands, omdat er niet veel ruimte zit binnen een vier-akkoorden schema om iets te creëren dat echt uitblinkt binnen het genre. Voor sommige bands zoals Green Day werkt dezelfde formule wel. Voor anderen, zoals New Found Glory, niet echt. Rise Against probeert een middenweg te vinden door de refreinen een meer popachtig vleugje te geven, terwijl de verzen, gitaarprogressies en solo’s ongegeneerd Rise Against-achtig blijven. Hun geluid compleet omgooien zou fout zijn, maar misschien met nog een kleine push hadden ze zichzelf uit hun eigen vicieuze creatieve cirkel kunnen helpen.