Villagers – Darling Arithmetic

‘A universal love album, that’s what it is’, zegt Villagers’ Conor O’Brien tegen de Irish Times over derde plaat Darling Arithmetic. Een folk-liefdesalbum in zijn puurste vorm. Een gegeven dat wellicht verrassend is na debuut Becoming A Jackal uit 2010, waarvoor de band een Mercury Prize nominatie ontving, en {Awayland} uit 2013. Het was groots: in gitaarspel, woorden en soundscapes. En het werkte. Toch was het tijd voor een ommekeer en is de man achter Villagers op deze derde langspeler naakter en oprechter dan ooit.

Dat is ook precies wat de Ierse O’Brien zingt op openingstrack Courage: ‘It took a little time to be honest/it took a little time to be me.’ De mid-tempo drums en wiegende akoestische gitaar laten de prettige eenvoud van het album horen, die meteen charmeert. Het is daarom eigenlijk ook maar goed dat Darling Arithmetic maar negen nummers telt. Juist dan krijgt die eenvoud, het ongekunstelde, de ruimte die het verdient. Neem Everything I Am Is Yours en Dawning On Me: prachtige pure nummers. Met zijn lieve, warme stem bezingt hij de mooie kant van de liefde. De piano en het getokkel zorgen veertig minuten lang voor consistentie en rust, maar daardoor ontstaat ook het gevaar dat het geheel soms ietwat voort dreigt te kabbelen.

Toch is dat allesbehalve wat er gebeurt. Omdat O’Brien steeds persoonlijk blijft en zichzelf volledig in deze plaat heeft gestort, weet hij de aandacht vast te houden. Hij durft serieuze en tevens moeilijke liefdeszaken die dichtbij hem staan aan te grijpen, zoals op Scary Hot Summer, waar hij zingt over homoseksualiteit: ‘And all the pretty young homophobes, looking out for a fight.’ Iets waar hij nooit eerder zo direct over schreef, maar door de opvallende openheid perfect op Darling Arithmetic past. Op ieder nummer geeft O’Brien zich steeds opnieuw bloot en dat geeft een mate van kwetsbaarheid aan die erg knap is. Wetende dat hij vrijwel alle instrumenten op deze plaat zelf thuis heeft ingespeeld, op een recorder die hij als tiener kocht, maakt dat de plaat nog intiemer is.

Dat liefde niet alleen maar fijn is, weet O’Brien maar al te goed. ‘I guess I’ve got no one to blame but me,’ zingt hij op de weemoedige pianomelodie van No One To Blame. Ieder nummer is een liefdesverhaal en het sterke is dat iedereen zich wel in een van zijn vertellingen kan vinden. Nergens verbergt hij zichzelf achter gebloemd taalgebruik of onnodige metaforen, maar tegelijkertijd geeft hij ook genoeg ruimte om als luisteraar zelf invulling te geven. ‘I tried to figure out what it all means/and I find chameleon dreams in my mind’, klinkt het op het The Soul Serene. Schitterend.

Darling Arithmetic is een album zonder haast of versieringen. O’Brien is bijzonder zelfbewust en dat is indrukwekkend. Met zijn kalme sound en bedachtzame teksten geeft hij stof tot nadenken. Daarom is het een plaat die misschien niet meteen valt en wat tijd nodig heeft. Neem die tijd, want dat is hij meer dan waard.