IX vindt gitaarsolo’s totaal nutteloos

IX is de naam waaronder Marnix Dorrestein werkt. Je kunt het uitspreken als I-X, iks of negen. Er zijn zelfs mensen die vier zeggen. Zelf houdt hij het bij IX (iks). De multi-instrumentalist is net na de release van zijn eerste ep in februari bezig met een nieuwe EP. Nieuweplaat sprak met de 24-jarige muzikant over zijn muziek, inspiraties en saaie radioprogrammeurs.

Op de vraag of IX, net als bij jeugdvriend en collega Jett Rebel, een alter ego is antwoordt Dorrestein nuchter: “Ik werk niet onder mijn eigen naam. Ikzelf speel geen rol, het is meer het uiterste van wie ik ben. Op het podium is alles iets extremer. Er is een quote van Oscar Wilde: ‘Stel iemand een vraag en hij zal tegen je liegen. Geef hem een masker en hij vertelt je de waarheid.’ En daar kan ik me wel in vinden.”

Op het podium en in zijn clips is IX vaak expressief gekleed. Op het terras bij de Smoeshaan in Amsterdam is daar weinig van terug te zien. Hij draagt een leren jas met daaronder een Mickey Mouse-trui. Enkel de gelakte strepen op zijn nagels laten een teken zien van de artiest die het publiek kent. Maar waar komt dat expressieve vandaan? “Ik vind het gewoon leuk,” antwoordt hij. En dat woord, leuk, komt vaak terug. Het valt al snel op dat Dorrestein precies doet wat hij leuk vindt. Zo vindt hij het leuk om zijn eigen muziek door te sturen naar muziekblogs. “In Nederland bericht men niet zoveel over nieuwe muziek. Dus ik vind het dan leuk om een liedje naar een buitenlandse blogger te sturen die het leest. Als je nummer dan op een invloedrijke blog terecht komt, staat het opeens op een Spaanse website. En dat is natuurlijk heel gaaf,” aldus een enthousiaste IX.

Maar wat is er typisch aan IX? Wat onderscheidt hem van ‘de rest’? “Ik zoek meestal naar een alternatief. Ik heb bijvoorbeeld nooit de interesse gehad om de beste gitarist te worden in een bepaald genre. Dat lukte mij nooit. Dus ik neem heel vaak dingen mee die ik tof vind uit een optreden van een dj of Afrikaanse muziek. Ik wilde dat dan eerst volledig nadoen, maar dat lukte nooit. Dus dan maakte ik daar mijn eigen versie ervan. Ik jat alles eigenlijk bij elkaar,” vertelt hij lachend. “Ik denk dat iedereen dat doet. Er is natuurlijk een verschil tussen iets heel letterlijk nadoen en iets overnemen dat je tof vindt. Je kan niet vernieuwend zijn, dat bestaat niet. Ik probeer het zelf wel in de combinatie van elementen.”

Zijn muziek is echter niet in een hokje te plaatsen. De boodschap zit hem vaak in de dingen die jonge twintigers meemaken. “Ik vertel gewoon wat ik meemaak en waar ik mee rondloop. En dat is denk ik niet zoveel anders dan andere mensen van mijn leeftijd. Alleen probeer ik er net iets anders naar te kijken. De nummers zijn in zekere zin autobiografisch,” vertelt IX over de context. In de studio werkt IX meestal alleen.

De zanger raakt door een scala aan dingen geïnspireerd: “Dat kan van alles zijn. Muziek, films etc. In Parijs was ik met vrienden naar een hele gare Franse arthouse film. Mensen lagen daar onder een sterrenhemel, waar heel veel vallende sterren te zien waren. Daar komt dan het idee vandaan om met een slide-gitaar het beeld van vallende sterren na te bootsen. Onlangs toen ik met Herman van Veen in de studio was, wilde hij een gitaarsolo in het nummer. Ik vind gitaarsolo’s totaal nutteloos, het zijn gewoon trucjes, maar toen bedacht ik me om die sterrenhemel na te doen.”
Radio luistert IX nauwelijks: “De radioprogrammeurs zijn zo saai. Wat mij betreft is er meer ruimte voor experimentele muziek maar ik representeer niet de gemiddelde Nederlander. Als ik de radio aanzet, zet ik met mijn band altijd de Hindoestaanse zender Ujala op. Zo inspirerend wat je hoort in die muziek.”

In het begin van het jaar bracht hij nog zijn eerste ep uit, nu is hij druk bezig om het vervolg daarop op te nemen. “Ik ben nu een onderzoek naar minimalisme in popmuziek aan het doen en aan het kijken hoe ik dat kan vertalen naar mijn eigen muziek. Ik probeer minder instrumenten te gebruiken, veel te experimenteren en te stoeien met de muziek. Uiteindelijk kies ik daar een paar nummers uit,” vertelt Dorrestein exclusief aan Nieuweplaat. Een eventueel debuutalbum laat nog even op zich wachten. “We spelen veel meer nummers live, maar of ieder nummer ooit op een album komt is altijd nog maar de vraag. Soms raak ik heel enthousiast en wil gelijk dat iedereen het hoort, maar later vervaagt dat enthousiasme weer.”

Een ding is zeker: met genoeg materiaal, inspiratie dat uitloopt van The Beatles naar Hindoestaanse muziek en een passie waar menig muzikant voor kan neerbuigen, zal IX nog lang niet verdwijnen.