Advertisement

Lente

Sometimes it snows in april. Die weersvoorspelling is dit jaar gelukkig niet uitgekomen, maar het had gekund. Want het kán sneeuwen in april. Het liedje van Prince is de muzikale versie van ‘april doet wat hij wil.’ En in mei leggen alle vogels een ei. Daar zijn dan weer geen liedjes over gemaakt, maar over blauwe luchten, zonnestralen en het verwekken van nieuw leven des te meer. Overigens is het opvallend dat de winter populairder is als onderwerp voor een liedje dan de lente: op songfacts.com levert het zoeken op ‘winter’ 34 liedjes op en ‘spring’ slechts veertien. Dat is dan nog altijd meer dan het seizoen van de vallende blaadjes en druilerige regen; een titel met ‘autumn’ erin wordt maar twaalf keer gevonden. De zomer spant de kroon: bijna honderd liedjes hebben ‘summer’ in de titel.

Tot zover de meterologische gegevens. Niet zo gek natuurlijk dat de zomer een gewild onderwerp is: een vrolijk deuntje waarin de zon straalt en we het reuze leuk hebben met z’n allen is natuurlijk aantrekkelijker dan wanneer het muzikale onderwerp zich depressief onder een dekentje achter gesloten gordijnen ineengedoken op de bank bevindt. Bovendien is het fysiek onmogelijk om ineengedoken op de bank een dansje te doen. En dat is wat we tegenwoordig graag doen. We willen party all night, dansen tot de zon opkomt, en of je even met je billen kan schudden. Dat is tenminste de gemiddelde boodschap als je een willekeurige top 40 analyseert.

Hoe anders was dat een jaar of vijftig geleden: breaking up is hard to do en you’ve lost that lovin’ feelin’ stonden gewoon bovenaan de Amerikaanse hitparade. Destijds gingen we hard op Frank Sinatra, die doodleuk zong:  Softly, I will leave you softly / For one more hour or one more day / After all the years, I can’t bear the tears to fall / So, softly as I leave you there. Het was het decennium van verloren liefdes, van eeuwigdurende herfst. De herfst is tegenwoordig bijna uit de popmuziek verdwenen, maar toen was één van de grote krakers juist een liedje over dát seizoen: Autumn leaves.

Het leven is een stuk zonniger geworden, kortom. Tenminste: afgaande op wat je op de radio hoort. Misschien hebben we in de loop der jaren ook wel meer behoefte gekregen aan ongecompliceerde vrolijkheid, als contragewicht voor alle rampspoed waar je mee wordt overspoeld als je de tv aanzet of de krant openslaat. Verzopen bootvluchtelingen en onthoofde christenen; wij zetten een extra danspasje bij om jullie weer gauw te vergeten.

Vandaar dat de lijdensweg van Christus anno 2015 wordt gereduceerd tot een vrolijk musicalspektakel bij de plaatselijke Bijenkorf. Waar Bach’s Mattheüs Passion eindigt met de woorden Wir setzen uns mit Tränen nieder, is het slotstuk van The Passion een voor vele uitleg vatbare dertien in een dozijntekst van Marco Borsato geworden. Met mooie lichteffecten en  spectaculaire camerastanden uiteraard. Het lijdensverhaal is entertainment geworden, want het moet wel leuk blijven.

Nee, we worden niet graag met de dood geconfronteerd. Dood gaan we allemaal, maar of je het daar tijdens het leven even niet over wilt hebben. Veel liever feesten we door tot we erbij neervallen. Daarom is het des te moediger dat in deze tijd van leuk, leuker, leukst een Nederlands bandje tegen die stroom inzwemt. Mister and Mississippi maakte een hardcore herfstplaat.

Mistroostig, melancholisch. Het druist tegen alle wolkenloze luchten in. Nog bewonderenswaardiger is dat ze op het randje van de winter en het begin van de lente de titeltrack als single uitbrachten. We only part to meet again werd door zangeres Maxime Barlag geschreven na de dood van haar moeder. Vrolijk? Nee. Mooi? Ja. Heel, héél erg mooi. Zoals de hele plaat dat is. Wat een album. Eén van de besten van het jaar. En dan moet de herfst nog komen.