Advertisement

Ouwe Plaat

Elke maand schrijf ik een column voor Nieuweplaat.nl. De naam verklapt het al een beetje; het gaat hier voornamelijk over nieuwe muziek. Nou wil ik geen spelbreker zijn, maar ik doe het toch; dit is een ode aan ouwe platen. Hou ik dan niet van muziek uit een recent verleden? Jawel. Was vroeger dan alles beter? Nee, natuurlijk niet. Ik check braaf elke week wat er zoal aan nieuwe muziek is uitgekomen, beseffend dat het maar het topje van de ijsberg is. Toen ik nog wel eens naar de plug ging –een bijeenkomst van radiomensen en vertegenwoordigers van de platenmaatschappijen, waarbij die laatste vertellen wat die eersten zouden moeten draaien- kwam ik steevast terug met een enorme stapel nieuwe singles, waarvan optimistisch gezegd de helft beter dienst had kunnen doen als onderzetter. En dat was dan nog de selectie waarvan de pluggers enthousiast zeiden dat we dit zeker te gek zouden vinden. Kun je nagaan.

Hoe meer nieuwe muziek er uit komt, hoe onrustiger ik word als ik me bedenk dat ik nog zoveel dingen uit het verleden niet heb gehoord. Vergelijk het met het bezoeken van een land: niet zelden begint dat in de hoofdstad. Maar met de hoofdstad heb je nog niet het land gezien, en om een goede indruk te krijgen zul je meer plaatsen en streken moeten bezoeken. En hoe zit het eigenlijk met de eilanden die er ook bij horen? En is het land ernaast niet ook interessant om eens heen te gaan? Hoe meer je ziet, hoe meer je je realiseert wat je nog niet hebt gezien. Daar is op zich een oplossing voor, en die heet: thuisblijven. Maar liever nog verbreed ik mijn horizon.

Mijn muzikale horizon werd gevormd door Fred, Klaas-Jan, Jerry, René, Sief. Die eerste was mijn drumleraar. In zijn lokaal hingen posters van de Rolling Stones en Miles Davis. Hij liet me elke week mee drummen met een liedje dat hij voor me opnam op een cassettebandje. Toen mijn zakgeld eens op was en ik geen nieuw bandje kon kopen, haalde ik als oplossing het exemplaar uit mijn walkman. Met daarop 2 Unlimited. Daarvoor in de plaats kwamen de Neville Brothers en Van Morrison. Dat vond ik eigenlijk best wel een beetje zonde. Bij gebrek aan beter luisterde ik dan maar naar die voor mij onbekende klanken. In het begin vond ik het niks. Maar je raadt het al: uiteindelijk was ik blij dat het bandje was overgespoeld en beschouw ik Ray & Anita als prettige jeugdzonde.

Op de dag van nationale rouw, 23 juli vorig jaar, toen we de slachtoffers van de ramp met vlucht MH17 herdachten, had ik ’s avonds een radioprogramma. Die uitzending zal ik niet snel meer vergeten. Luisteraars deelden hun gedachten, zochten liedjes uit. Eén daarvan kende ik niet. Het kwam van het album Rumours van Fleetwood Mac. Dat kende ik natuurlijk wel, maar dit liedje dan weer niet. Songbird was het. Ik zette het op, en terwijl ik dat deed vervaagde alles om me heen, kwam alles samen in dat ene moment: de droevige aanleiding van deze dag, maar ook de schoonheid van het liedje. Ik werd heen en weer geslingerd tussen het meeleven in dat vreselijke lot van zoveel onschuldige mensen die de dood hadden gevonden en de dankbaarheid dat ik dit wonderschone liedje leerde kennen. In een paar minuten denderde het mijn top 10 van mooiste liedjes aller tijden binnen. Nu, zoveel maanden later, zet ik het nog wel eens op. En daarna is er even niks meer.

En dan is er nog de Sief. De man met wie ik ooit collega’s was bij een radiostation dat inmiddels niet meer bestaat: Rebecca Radio. Ik als discjockey, hij als verkoper. We hadden niet meer van elkaar kunnen verschillen, maar de muziek bracht ons samen. Hele vrijdagmiddagen zaten we te niksen –sorry nog, baas- met onze voeten op het bureau. Muziek luisteren. Hij leerde me dat Elvis niet alleen maar die tearjerkende charmeur was van Love me tender, maar ook soul had. Lord have mercy, dat hij kon vlammen als een malle. Hij liet me kennis maken met dé soundtrack als je een whisky of drie, vier te veel hebt gedronken, de tent gaat sluiten en jij de enig overgebleven bezoeker bent aan een bar vol lege glazen. Make it one for my baby, and one more for the road. Die stem. The Voice. Frank Sinatra. En we boomden over Johnny Cash, Bob Dylan, maar net zo goed Wally Tax.

Zo af en toe stuurt hij nog eens een liedje. Afgelopen maand nog. Fred Neil. Nooit van gehoord. Maar zo mooi. Terwijl ik het draai denk ik: er is nog zoveel te ontdekken en nog zoveel te horen. Te beginnen met deze twee-en-een-halve minuut.

O, mocht je trouwens nog een nieuwe muziek-tip willen hebben: Benjamin Clementine.