Altin Gün – Yol

Waardering

8

9

8

8

8

De derde langspeler van de Amsterdamse-Turkse band Altin Gün laat vooral horen dat de vrolijke kruisbestuiving tussen Anatolische psychedelische rock, Turkse folk, pop en funky grooves veel meer is dan een gelegenheidsproject. Dat werd al duidelijk met hun vorige album Gece, maar op Yol is er weer een laag aan hun geluidspalet toegevoegd. Deels is dit te wijten – of misschien beter, te danken – aan het gedwongen thuiszitten tijdens corona.

Zangeres Merve Dasdemir vertelt dat in plaats van in de studio er nu veelal thuis gewerkt werd aan het album, en dat het hierdoor nog meer transnationale klanken ademt. Sommige tracks hebben ook een behoorlijke 80’s vibe, waarbij de vrolijke synthesizers doen denken aan het werk van Orchestral Manoeuvres in The Dark  of de Thompson Twins. Niet alleen zijn er nieuwe geluiden toegevoegd, ook is er voor het eerst niet met hun eigen soundengineer gewerkt. Het Gentse duo Oliver Geerts en Gilles Noë, bekend als Asa Moto, mocht achter de knoppen plaatsnemen.

Het album opent met een kort intro, Bahçada Yeşil Çınar, dat naadloos overloopt in Ordunun Dereleri, ondersteund door langsrazend verkeer. Een rustige opening met langzame beats en licht betoverende zang. De elektronische klanken komen zachtjes binnendrijven en spelen in Bulunur Mu een fraaie hoofdrol. Back to the 80’s, maar dan met hedendaags jasje. Hey Nari klinkt daarna weer een stuk traditioneler, althans zover Anatolische rock traditioneel te noemen valt. Het is in elk geval een nummer waarin alle elementen van hun eerste twee platen in te herkennen zijn.

Ondanks de tempoverschillen lijkt het album gemaakt voor de dansvloer: stuwende baslijnen en strak drumwerk liggen ten grondslag aan ieder nummer. Het kost dan ook geen enkele moeite om je voor te stellen hoe een hele festivalweide staat te swingen op nummers als Yüce Dağ Başında, Kesik Çayır of Maçka Yolları. Fijne zang en een combinatie van traditionele en moderne geluiden. Ook als je het Turks niet machtig bent, is de neiging groot om fonetisch los te gaan.

Halverwege de plaat wordt met Arla Boyan even wat gas teruggenomen. Een wat verstilde, korte track om op adem te komen. Waarna in Kara Toprak de funky grooves weer langzaam op stoom komen. Afgewisseld met contemplatieve momenten waarin de zang het geluidsbeeld volledig kleurt. In sommige nummers, zoals Yekte, duiken reggaeklanken op, terwijl in Kara Toprak  Braziliaanse accenten tussen de Oosterse klanken opduiken. Een deel van de songs zijn, net als op hun eerdere platen, Turkse traditionals. Soms al honderden jaren oud, zoals Yüce Dağ Başında. Voeg aan de mix een jaren ’80-drumcomputer en wat discoklanken toe en je hebt weer een magische track. Het lijkt zo simpel, maar het is slechts weinigen gegeven om die magie daarna fantastisch uit te serveren.

Yol sluit prima aan bij de vorige platen van Altin Gün en laat tegelijkertijd een volgende stap in hun ontwikkeling zien. De rijkdom aan muzikale invloeden is alleen maar toegenomen, wat het geluid van Altin Gün nog voller heeft gemaakt. Knap, aangezien het nergens te overdadig is of afbreuk doet aan hun unieke sound. Het is nog even wachten tot de zalen weer opengaan en festivals starten, maar is er geen feest compleet zonder deze bijzondere band. Wereldklasse uit de multiculturele polder. Altin Gün heeft terecht de afgelopen jaren op meerdere continenten een trouwe schare fans opgebouwd. Yol zal het aantal ongetwijfeld doen toenemen.