Weinig bands zijn op dit moment zo hot als Black Country, New Road. Niet zo gek ook met zo’n rijk en divers repertoire dat tapt uit meerdere vaatjes van de hedendaagse post-punk-wave. Forever Howling is alweer studioalbum nummer drie, ditmaal zonder de spoken word, de emotie en de poëtische teksten van ex-zanger Isaac Wood, maar mét het omarmen van de vrouwelijke kwaliteiten binnen de band.
Met het vertrek van Wood heeft Black Country, New Road namelijk een belangrijke verschuiving doorgemaakt. De vocalen worden nu overgenomen door de vrouwen in de band: Tyler Hyde, Georgia Ellery en May Kershaw. Zij zingen zowel solo als in duet, zoals te horen is op het nummer Mary. De keuze voor vrouwelijke vocalen is allesbehalve willekeurig: het nieuwe album draait namelijk om vriendschap en de Tweede Sekse. Hierdoor klinkt het geheel ook wat zachter dan de voorgangers. De nummers op Forever Howling kunnen misschien beter als composities worden omschreven; de combinatie van pop, rock en barok komt nog sterker naar voren dan op het vorige album, het livealbum Live at Bush Hall.
Net als de songs op Live at Bush Hall zijn de nummers van Forever Howling uitgebreid live getest en verfijnd voordat ze officieel werden uitgebracht. Maar deze keer kregen de songs ook het privilege om in de studio opgenomen te worden – en gelukkig maar, want in de studio klinkt de band nét iets meer gepolijst. Zo werd Salem Sister live nog gezongen door saxofonist, dwarsfluitist en klarinettist Lewis Evans (oja, de bandleden zijn trouwens stuk voor stuk multi-instrumentalisten), terwijl júist de dwepende stem van Hyde deze plaat tot een hoger niveau tilt. Ook Nancy Takes the Night klinkt op de studioversie, dankzij de productie van James Ford, nog een tikkeltje smoother dan live.
Echter, ook in deze zee van pareltjes zitten enkele mindere momenten. Socks heeft een indrukwekkende instrumentatie, maar mist een duidelijke richting. De muzikale complexiteit lijkt hier een doel op zich te zijn geworden, in plaats van een middel om ergens naartoe te werken. Ook Two Horses dreigt even datzelfde lot te ondergaan, totdat het tempo na iets meer dan drie minuten vrijwel naadloos versnelt en het nummer alsnog tot bloei komt. Het zijn juist die tempowisselingen waarin Black Country, New Road excelleert – en waarvoor je keer op keer blijft terugkomen.
Met inmiddels vier albums die stuk voor stuk als pareltjes beschouwd kunnen worden, laat Black Country, New Road zien dat het ook na het vertrek van Wood een van de meest intrigerende en vernieuwende bands van dit moment is. Elk album blinkt uit in diversiteit en toont een duidelijke ontwikkeling, niet in de breedte, maar juist in de diepte: met iedere nieuwe release verrijkt de band haar geluid op verfrissende wijze. Alleen al om die reden is het een groep om de komende jaren zeker in de gaten te houden