Sting – 57th & 9th

Waardering

6

5

6

Na jaren van artistieke uitspattingen keert Sting terug op het rock-nest. Wie hoopt dat het resultaat klinkt als The Police, komt bedrogen uit. Sting’s nieuwe album 57th & 9th is een klassiek rock-popalbum: grootse stadionmuziek, maar helemaal niet spannend.

Toen Sting in de jaren 80 stopte met The Police, scoorde hij solo een aantal grote hits (Fields of Gold, Englishman in New York). Na de eeuwwisseling ging hij meer experimenteel te werk. Hij hield zich onder andere bezig met klassieke muziek en werkte aan een musical. En nu, in 2016, volgt een verzoening met rock.

Zijn nieuwe album 57th & 9th bestaat uit tien pop-rocksongs die veelal opgebouwd zijn rondom de gitaar. Sting kondigde eerder al aan dat dit album zijn meest rockachtige kant in tijden zou laten zien en daarover heeft hij niet gelogen. Dat het deze rock zou zijn, verbaast wel. Het heeft vrij weinig weg van The Police: weg is de reggae, weg zijn de punk-invloeden en Sting’s toenmalig kenmerkende hoge stem ligt aanzienlijk lager. Wat we krijgen zijn brave rockliedjes, herkenbaar opgebouwd in coupletten en refreinen, makkelijk te verstaan en makkelijk mee te zingen.

Liedjes als I Can’t Stop Thinking About You en 50.000 zijn gemaakt voor grote massa’s om mee te zingen. Op 50.000 heeft Sting het ook over dit stadionpubliek, dat hij een ‘serious drug you could never kick’ noemt. Het liedje is geschreven naar aanleiding van de recente dood van grote sterren als Prince en David Bowie. Sting is zich hierdoor bewuster geworden van de sterfelijkheid van (muzikale) goden en van zijn eigen sterfelijkheid. Hij reflecteert hier op zijn eigen leven en herinnert zich op melancholische wijze de goede tijden – onder andere die tijden in de stadions. Grijpt hij daarom op 57th & 9th naar dit soort conservatieve, klassieke rockmuziek? Om nog eenmaal de energie en grootsheid van het stadionpubliek te voelen?

Een uitzondering op de regel is Petrol Head, het meest funky liedje van het album waar de gitarist eindelijk even mag laten zien wat hij kan. Ook anders zijn de laatste twee nummers van het album, de ballads Inshallah en The Empty Chair. Op Inshallah zien we invloeden uit Arabische muziek, een interesse die Sting al eerder liet zien (bijvoorbeeld in het jaren 90-hitnummer Desert Rose). Het lied gaat over vluchtelingen die naar Europa reizen. Sowieso schrikt Sting er niet voor terug om grote maatschappelijke thema’s aan te snijden. Zo toont hij op One Fine Day zijn zorgen over klimaatverandering: ‘Time is up/The planet’s sick’. Het blijft bij bezorgdheid, strijdlust komt uit het nummer niet naar voren.

Het nummer The Empty Chair schreef Sting voor een documentaire over de Amerikaanse journalist James Foley, die werd vermoord door ISIS. Hoewel het een mooi, klein nummer is, zingt Sting er enigszins zeurderig overheen. Bovendien lijkt hij een techniek te hebben ontwikkeld waarmee hij aan het einde van sommige woorden zijn stem een vervelend glij-effect geeft. Dat hoor je bijvoorbeeld ook in If You Can’t Love Me.

Het is een schokkende conclusie, maar de recensent van dienst is simpelweg totaal niet gecharmeerd van 57th & 9th. Gezien zijn prestaties in het verleden hoeft Sting zich niet meer te bewijzen, maar dat betekent niet dat alles geniaal is wat hij doet. Hoewel liefhebbers van klassieke rockmuziek waarschijnlijk prima uit de voeten kunnen met dit album, zal dit behoorlijk gezapige album anderen zeker teleurstellen.