Typhoon – Lichthuis

lichthuis

Waardering

8

8

8

7

Typhoon bezingt de liefde, maar dat mag eigenlijk geen verrassing meer heten. Want zoals zijn laatste album luid en duidelijk verkondigde: Liefde is de Baas. Ook op zijn nieuwe plaat Lichthuis draagt Typhoon dit gedachtegoed uit.  

De Zwolse artiest wordt vaak in het hokje van rappers geplaatst, maar wie goed naar zijn muziek luistert, hoort dat hij dat genre al lang ontstegen is. Typhoon flirt met elementen van soul, pop, funk, rock, jazz en zingt op Lichthuis meer dan ooit tevoren. Hij zingt op deze plaat bijna net zoveel als hij rapt, en het klinkt weer erg goed. Op de eerste helft van het album zijn hiervan een paar mooie voorbeelden te horen. Op Alles Is Gezegend vertelt hij je bijvoorbeeld, ondersteund door een prachtig koor, dat alles goed komt: ‘Alles is gezegend/Misschien komt alles goed/En alles heeft een reden/Al weet ik vaak niet hoe..  Je zou er haast religieus van worden.  

Ook op opener Oud Licht laat Typhoon zijn mooie stemgeluid horen. In het heerlijke refrein van dit nummer grijpt hij overtuigend naar de kopstem. Het zorgt voor een vrolijk begin van de plaat, maar even later op Ogen Dicht horen we weer een totaal andere kant van de artiest. De sfeer en productie zijn onheilspellend, maar een buitengewoon pakkend basloopje gidst de luisteraar fenomenaal door de duisternis heen. Het resultaat is een nummer dat met elke luisterbeurt een beetje leuker wordt, een absoluut hoogtepunt van Lichthuis 

Al net zo spectaculair is het nummer Botoman. Het anderhalve minuut durende intro zou op zichzelf al vermakelijk genoeg zijn, maar zodra de tekst begint wordt duidelijk dat dit een felle reactie op institutioneel racisme is. Typhoon reflecteert op zijn eigen rol als ‘zwarte man in een witte wereld’, waarbij het soms moeilijk is om altijd maar vriendelijk te blijven. Het nummer maakt een sterk statement en vormt een emotioneel hoogtepunt op Lichthuis 

Op de tweede helft van de plaat valt de grote hoeveelheid samenwerkingen op. De helft van de nummers wordt gekenmerkt door bijdrages van andere artiesten. Vooral de samenwerking met Paskal Jakobsen van Bløf springt in het oog. Samen maakte hij met Typhoon het akoestische Walnootboom, een nummer waarin vooral de pop-kwaliteiten van dit album op een mooie manier naar voren komen. De twee artiesten vullen elkaar bijzonder goed aan.

Ook de samenwerking met Wende, de zangeres die het refrein van De Stad voor haar rekening neemt, springt in het oog. Op dit nummer wordt het tempo flink opgeschroefd, de drums beuken flink door en dat is een zeer welkome afwisseling. Iets mindere momenten zijn er natuurlijk ook, zo laten Aanzoek en Voor Het Eerst een iets minder denderende indruk achter, maar slecht zijn ze zeker niet. 

Lobi Da Basi opvolgen is natuurlijk voor geen enkele plaat een makkelijke taak, maar Lichthuis doet het uitstekend. Na zes lange jaren, waarin Typhoon aan de hand van zijn hervonden geloof uit zijn diepste dalen kroop, is de stilte eindelijk weer doorbroken. De eclectische mix nummers maakt van Lichthuis een perfect album om je tijdens de quarantaine helemaal in te verliezen.